In mijn blog op de website van Skipr van 20 maart jongstleden stonden zes suggesties voor maatregelen die kunnen leiden tot een gelijkwaardiger level playing field tussen zorgaanbieders in de eerste lijn en zorgverzekeraars.
Die suggesties stonden op 23 maart centraal in een bijeenkomst georganiseerd door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) en de Autoriteit Consument en Markt (ACM) over de problemen rond contractering in de eerste lijn en zijn opgenomen in het verslag van die bijeenkomst.
Ook de LHV heeft op 26 mei 2015 in de door haar geformuleerde concrete maatregelen inmiddels een aantal vergelijkbare suggesties gedaan, naast het voorstel om de eerstelijnszorg uit de mededingingswet te halen en over te brengen naar de WMG. Minister Schippers heeft evenwel op 10 juni 2015 in een debat in de Rode Hoed in Amsterdam aangegeven dat dit laatste geen oplossing zal zijn, want ook in een andere wet zullen regels worden opgenomen die grenzen stellen aan onderhandelingsruimte tussen georganiseerde zorgaanbieders en zorgverzekeraars. Maar ook de minister vindt dat er een oplossing gevonden moet worden voor de huidige ongelijkwaardigheid. Waarschijnlijk moet de ruimte in belangrijke mate binnen de huidige regelgeving worden gevonden.
Aanpassing van de Good Contracting Practices (GCP’s) kan hier een bijdrage aan leveren. De GCP’s zijn opgesteld in 2010 om te fungeren als spelregels in het overleg tussen zorgaanbieders en zorgverzekeraars. De herziening van de GCP’s in 2014 heeft geen reële verbetering gebracht. Het is een samensmelting van compromissen met vrijblijvende en nauwelijks controleerbare intenties tot gevolg. Verzekeraars kunnen niet goed op grond van de GCP’s ter verantwoording worden geroepen.
Minder vrijblijvend
Tijdens de bijeenkomst op 23 maart deed de NZa de suggestie om de GCP’s toe te spitsen op wat echt belangrijk is. Veel van de problemen die zorgaanbieders ervaren in hun overleg met zorgverzekeraars kunnen worden opgelost door de GCP’s aan te scherpen en minder vrijblijvend te maken. Om iets te doen aan de huidige onvrede over het contracteerproces kunnen de GCP’s worden herschreven. De volgende GCP’s zijn grotendeels een samenvatting van de huidige GCP’s, maar dan toegespitst op waar het in het contracteerproces in de praktijk wringt:
1. De zorgverzekeraar communiceert uiterlijk 1 april nieuw zorginkoopbeleid en vermeldt daarin de zorg die het volgende jaar of jaren wordt gecontracteerd, alsmede of en welke innovatieve projecten voor de zorgverzekeraar speerpunt zijn, voorzien van een toetskader.
2. De zorgverzekeraar maakt tenminste vier weken voor een tekendeadline kenbaar welke polisvoorwaarden en restitutietarieven voor ongecontracteerde zorgaanbieders zullen gelden, zodat zorgaanbieders daarmee rekening kunnen houden bij hun contracteerbeslissing.
3. De zorgverzekeraar is in de contracteerperiode voldoende beschikbaar om vragen te beantwoorden en in te gaan op tegenvoorstellen of verzoeken om overleg. Bij wisseling van zorginkopers vindt een goede overdracht van de dossiers plaats.
4. De zorgverzekeraar zal het contracteerproces zodanig inrichten dat de zorgaanbieders voldoende gelegenheid hebben om het contracteeraanbod te beoordelen en daarover in gesprek te gaan met de zorgverzekeraar.
5. De zorgverzekeraar zal het contracteerbeleid inrichten op een wijze die zowel richting zorgaanbieders als verzekerden transparant, verifieerbaar en non-discriminatoir is.
6. Bij een contracteeraanbod zal de verzekeraar een duidelijk en volledig overzicht geven van de wijzigingen ten opzichte van het daaraan voorafgaande contract. Voorts streeft de zorgverzekeraar ernaar om onnodige contractuele bepalingen te vermijden.
7. De zorgverzekeraar beoordeelt initiatieven om overleg met groepen van zorgaanbieders te voeren, bijvoorbeeld via een zorgmakelaar, en werkt zo nodig mee aan afstemming daarover met de ACM.
8. De zorgverzekeraar stemt niet-concurrentiegevoelige zaken af met andere verzekeraars en streeft op die punten een gelijkluidend aanbod na, bijvoorbeeld ten aanzien van de wijze van uitvraag van noodzakelijke gegevens op een voor zorgaanbieders zo min mogelijk belastende wijze.
9. De beroepsorganisaties worden in de gelegenheid gesteld tenminste twee maal per jaar te overleggen met de zorgverzekeraar over voor hen van belang zijnde onderwerpen, waaronder het meten van de kwaliteit van zorg en evaluatie van het contracteerproces.
10. Bij verschil van mening over de vraag of deze Good Contracting Practices worden nageleefd, zal de NZa bindend oordelen.
Gelijkwaardiger speelveld
GCP’s bindend maken kan bijvoorbeeld via de weg van artikel 45 WMG, waarin de NZa de bevoegdheid is gegeven om een aanwijzing te geven in het belang van een goede contractering. Op die wijze kan de NZa op de praktijk toegesneden GCP’s als norm formuleren, mits de Zorgautoriteit ook toeziet op naleving daarvan. Voeg daaraan toe een rulingpraktijk van de ACM, verbreding van de bagatel en de geschillenregeling zoals de minister die heeft voorgesteld in een recente brief en dan kun je binnen het bestek van de bestaande regelgeving iets doen aan de huidige onvrede bij zorgaanbieders.
Partner bij advocatenkantoor Eldermans|Geerts in Zeist