Toen de Duitsers in 1940 dachten dat wij bij hen hoorden, hebben ze een volksverzekering ingesteld. Daar zijn de ziekenfondsen uit voortgekomen. Omdat de Duitsers veel nare dingen deden, hebben we hen in 1945 terug naar huis gestuurd. De ziekenfondsen hebben we gehouden, want die deden goed hun werk.
Maar rond 1990 dachten we dat het idee van vraag en aanbod en concurrentie in de zorg veel beter zou zijn. En de zorg zou er veel goedkoper van worden. Daar was geen bewijs voor, maar we dachten gewoon dat dat zo zou zijn. Nu zitten we met de gebakken peren. De zorg is veel duurder geworden en ook heel ingewikkeld.
Gedoe met medicijnen
Wat we niet begrepen was dat bedrijven best lagere prijzen willen, maar dan moet je wel heeel veeel van hen kopen. Het gedoe met medicijnen is daar een goed voorbeeld van. Als goede Hollanders willen we ook graag voor een dubbeltje op de eerste rij zitten. Dus lage prijzen en ook niet veel kopen.
Wij zijn heel snel met het maken van eigen medicijnen gestopt, omdat China en India het voor een paar centen goedkoper konden. Maar nu hebben we een groot probleem. India en China zeggen: laat dat kleine landje in Europa maar stikken, wij verkopen alleen medicijnen aan landen die wat meer willen betalen. Ook de fabrikanten van kankermedicijnen doen nu moeilijk. Er zijn dokters die uitzoeken of wat minder kankermedicijn voor een bepaalde ziekte nodig is dan de fabrieken voorschrijven. De bazen van die fabrieken zijn hierdoor boos geworden en dreigen met rechtszaken.
Een puinhoop
De zorg buiten het ziekenhuis is door het verlangen naar winst een puinhoop geworden. Allerlei mensen en bedrijven die snel geld willen verdienen, zeggen tegen de gemeente dat ze tegen een laag prijsje zieke mensen beter kunnen maken. Maar als blijkt dat sommige mensen wel heel erg ziek zijn, sturen ze die weg omdat die voor hen te duur zijn.
De zorg in de ziekenhuizen is er ook niet beter op geworden. De regering heeft verzekeraars gevraagd de zorg te regelen. Omdat grote verzekeraars ook auto’s en andere dingen verzekeren, zijn ze gewend heel hard te onderhandelen. Dus lage prijzen voor het behandelen van zo weinig mogelijk zieke mensen. Dat noemen we “productieplafond”. Daarmee bedoelen we dat als er meer zieke mensen naar je toekomen dan is afgesproken, je dat als ziekenhuis zelf moet betalen. Het is dus net zoiets als een autoverzekeraar die tegen jou zegt: voor dit geld mag je een auto kopen en je mag niet meer dan zoveel kilometer rijden.
Ook heeft iedere verzekeraar zijn eigen voorwaarden en eisen. Dat maakt de administratie voor ziekenhuizen heel duur omdat daarvoor heel veel mensen in dienst moeten worden genomen. Daarnaast besteden mensen die in de zorg werken wel 35 tot 40 procent van hun tijd aan administratie.
Veel mensen in de zorg denken daarom: kan het niet wat eenvoudiger? Dat kan natuurlijk wel. Maar ja, de politiek hè.
Door: Robert W. Kreis, chirurg N.P. en em. hoogleraar Brandwondenzorg VUmc