Met het bestuurlijk hoofdlijnenakkoord hebben we onszelf een duidelijk doel gesteld: het zorgsysteem nóg doelmatiger maken, waarbij kwaliteit en toegankelijkheid nadrukkelijk voorop blijven staan.
Het is niet voor niets dat ik die nadruk leg op “nóg doelmatiger”, want ons zorgsysteem is al heel goed en waar het om de ziekenhuiszorg gaat, nemen we Europees gezien in kwaliteit en kostenbeheersing zelfs een uitstekende positie in. Maar er blijven uitdagingen. De zorgvraag stijgt enorm. En om nu en in de toekomst een antwoord op die vraag te kunnen blijven bieden, moeten ziekenhuizen samen met de eerste lijn beleid gaan ontwikkelen om de groeiende stroom chronisch zieken van adequate zorg te blijven voorzien. De vormgeving van dit proces moeten we samen doen.
Financiering volgt patiënt
En dat kan ook, vooropgesteld tenminste dat ontschotting in de bekostiging tussen eerste en tweede lijn tot stand komt. Nieuwe initiatieven, die ervoor zorgen dat de patiënt de zorg ontvangt op de plaats waar dit het meest effectief is, kunnen het best tot bloei komen als de financiering hiervoor geen hindernis vormt. Het zorginkoopproces moet als uitgangspunt hebben dat het type zorg dat de patiënt nodig heeft wordt geleverd door de partij die dit het best en tegen de laagste prijs kan doen. Het ligt voor de hand dat de patiënt hierbij vaak gebaat zal zijn bij samenwerking tussen ziekenhuizen en huisartsen. Alleen die samenwerking garandeert dat de patiënt in iedere fase van zijn behandeling de juiste zorg op de juiste plaats krijgt. Hiervoor is noodzakelijk dat de financiering die patiënt ongehinderd kan volgen.
Inkooprol
We hebben het kortom over herinrichting van het zorglandschap. Beslist geen nieuwe term natuurlijk, de discussie hierover is in feite in gang gezet met de stelselherziening in de zorg van 2006. De afgelopen jaren hebben laten zien dat dit proces van herinrichting van het zorglandschap veel tijd vergt en vele valkuilen kent. De zorgverzekeraars hebben moeten wennen aan de nieuwe rol die ze in dit kader moeten spelen, de rol van regisseurs die een belangrijke stem hebben in de vraag bij welke zorgaanbieders bepaalde zorg wel en niet wordt ingekocht. Die rol beginnen ze nu op te pakken, die begint nu een duidelijke plaats te krijgen in het proces van spreiding en concentratie dat al voor zoveel publiciteit heeft gezorgd. Veel zal afhangen van hoe de zorgverzekeraars die rol in de komende jaren verder gaan vormgeven. Duidelijk is dat hierbij zorginkoop op basis van kwaliteit de norm moet worden, niet op basis van prijs.
Onduidelijkheid
Zo ver zijn we nu nog niet, maar we zijn wel concrete stappen aan het zetten, we zijn goed bezig. Gelukkig ziet het ministerie van VWS in dat goede arbeidsvoorwaarden voor de zorgprofessionals een voorwaarde zijn om dit proces te laten slagen. De zorg moet een aantrekkelijke werkgever zijn om voor te werken, en de ruimte om dit te kunnen zijn is er gelukkig. Minder duidelijk zijn op dit moment nog de standpunten van de Nederlandse Mededingingsautoriteit en de Nederlandse Zorgautoriteit over de mogelijkheden voor samenwerking in de zorg. Aan die onduidelijkheid moet nu snel een einde komen en dit vraagt om een heldere beleidslijn van de minister van VWS. Als die beleidslijn de hier beschreven herinrichting van het zorglandschap faciliteert, zijn we definitief op de goede weg.
Margot van der Starre, directeur NVZ vereniging van ziekenhuizen