De zorg die cliënten in onze verpleeghuizen ontvangen, is niet te vergelijken met de zorg en vooral de aandacht die thuiswonende ouderen van hun partner of andere naasten krijgen.
Het intensieve één-op-één contact tussen partners of familieleden kan een verzorgende die verantwoordelijk is voor meerdere patiënten niet bieden. Dat klinkt misschien heel logisch, maar voor veel mensen die hun ouder of partner naar een verpleeg- of verzorgingshuis brengen, is het toch teleurstellend.
Toen mijn pleegvader overleed, is mijn pleegmoeder in een verpleeghuis gaan wonen. Bij de crematie was mijn pleegmoeder nog goed aanspreekbaar. Een maand later brabbelde ze alleen nog maar. Lag dat aan het verpleeghuis? Kreeg ze te weinig aandacht? Veel naasten zijn geneigd die conclusie te trekken, volgens mij onterecht. Want het wegvallen van een partner heeft nou eenmaal een enorm effect op ouderen, waardoor ze daarna vaak hard achteruit gaan. Al helemaal als ze ook nog eens in een nieuwe woonomgeving terecht komen.
Kwaliteit van leven
Doordat mensen steeds langer thuis wonen, wordt dit effect versterkt. Hun mentale en fysieke gesteldheid is namelijk een stuk slechter tegen de tijd dat ze toch de overstap naar een verpleeg- of verzorgingshuis maken. Thuis wordt alles uit de kast gehaald om hun kwaliteit van leven zo lang mogelijk zo hoog mogelijk te houden.
En als ze ouderen tóch hun vertrouwde omgeving moeten verlaten, gaan ze zienderogen achteruit. Als je familieleden daar niet op voorbereidt, raken ze teleurgesteld in de kwaliteit van leven van hun naaste. Ze gaan twijfelen aan de beslissing om hun naaste op te laten nemen, of voelen zich schuldig. Dit zorgt ook weer voor onrust en onzekerheid bij de cliënt zelf.
Hoge verwachtingen
Daarom is verwachtingenmanagement tegenwoordig een belangrijk onderdeel van ons werk. Vanaf de intake vertellen we wat de oudere aan zorg en aandacht kan verwachten. Hoe iemand in zijn nieuwe leefomgeving kan veranderen, en wat ons beleid is ten aanzien van zaken die op dat moment in de media verschijnen, want ook die spelen een belangrijke rol in de hoge verwachtingen die de naasten van de cliënt creëren.
Naar aanleiding van de media-aandacht voor de vader van staatssecretaris Van Rijn kregen wij bijvoorbeeld veel vragen over hoe wij omgaan met incontinentie. Onze medewerkers bespreken die vragen met hun cliënten en hun familieleden, en we hebben gezorgd dat het omgaan met verwachtingen ook een vast onderdeel is van werkoverleggen.
Werkelijkheid
Dat werpt zijn vruchten af. We merken dat deze aanpak zowel medewerkers als cliënten en familieleden rust geeft. Mensen zijn eerder geneigd te vragen hoe iets precies zit, in plaats van op hoge poten op een verzorgende af te stappen. Deze gesprekken kosten veel tijd, maar het is voor ons de enige manier om tussen de verwachtingen en werkelijkheid door te laveren. Ik ben er trots op dat onze medewerkers zich constant aanpassen en bijleren om ondanks alle veranderingen en bezuinigingen toch nog professionele en toegewijde zorg te kunnen bieden en zich ondertussen ook nog de hogere kunst van verwachtingenmanagement meester maken!