Het is een vorm van berichtgeving waaraan veel mensen nog even moeten wennen: persberichten van ziekenhuizen die laten weten dat ze hun productiecijfers niet halen. Het is het type berichtgeving die al aardig in de buurt komt van de winstwaarschuwingen die beursgenoteerde bedrijven aan hun aandeelhouders geven.
Je eerste reactie als lezer van zo’n ziekenhuisbericht hangt waarschijnlijk voor een belangrijk deel af van je kijk op de gezondheidszorg. Lezers die uitgaan van de stelling dat het in de zorg om mensen gaat en dus niet over geld of zaken mag gaan, zullen bedenkingen hebben bij de zakelijke toon van de berichtgeving. Meer zakelijk ingestelde lezers zullen geneigd zijn om te denken: goed zo, de marktwerking begint zijn werk te doen. Het is niet erg als ziekenhuizen hun productiecijfers niet halen, dat is juist de bedoeling. Alle akkoorden die tot nu toe in de zorg zijn gesloten, zijn immers gericht op kostenbeheersing en op substitutie van zorg van tweede naar eerste lijn of van het formele naar het informele circuit.
Productiedaling
Maar is dit werkelijk wat hier aan de hand is? Halen de ziekenhuizen hun productiecijfers inderdaad niet omdat de substitutie van zorg op gang begint te komen? Beginnen patiënten de ziekenhuizen links te laten liggen omdat ze doorhebben dat ze veel meer hebben aan behandeling in de eerste lijn? Of is hier iets anders aan de hand? Critici beweren dat de daling van de ziekenhuisproductie betekent dat mensen zorg beginnen te mijden nu het eigen risico is gestegen van 170 euro in 2011 naar 350 euro nu. Op het Acht Uur Journaal zagen we al eens Steven van Eijck, voorzitter van de Landelijke Huisartsen Vereniging, die stelde dat patiënten steeds vaker het advies van hun huisarts negeren omdat ze geen geld hebben voor behandeling. Met een goed gevoel voor krantenkoppen zei hij: ‘De economische crisis stormt de spreekkamer binnen’.
Redenen krimp
Misschien maakt de verdeling van de productiedaling over de medisch specialismen ons wijzer. Recent onderzoek van Kiwa Carity laat zien dat de productie vooral daalt bij cardiologie, MDL en KNO. De teruggang bij MDL is hoogstwaarschijnlijk een reactie op de zeer hoge groei uit het verleden. Bij KNO kunnen de striktere richtlijnen een oorzaak zijn. Dan zijn we dus al een heel stuk verder. Maar de krimp bij cardiologie is opmerkelijk. Die kán betekenen dat het bestuurlijk hoofdlijnenakkoord boven verwachting werkt en dat meer patiënten met – vooral chronische – hartklachten in de eerste lijn behandeld worden. Maar die kan ook betekenen dat patiënten behandeling uit financiële overwegingen uitstellen, zoals Van Eyck en andere critici stellen. In het laatste geval hebben we weinig reden tot juichen. Die patiënten zullen dan immers na verloop van tijd toch ziek worden, zieker dan ze bij directe behandeling waren geworden zelfs, en dus kostbare en ingrijpende behandeling nodig hebben.
Vinger aan de pols
Als dit laatste het geval is, zijn we met de gevolgen van die dalende ziekenhuisproductie alleen maar van de regen in de drup beland. We zullen dus de komende tijd heel goed de vinger aan de pols moeten houden.
Geert de Koudemaeker
Algemeen directeur van Kiwa Carity