De gezondheidszorg in ons land staat op een hoog peil. Er zijn goede ontwikkelingen. Geavanceerde medische technologie en medicatie, die levensreddend zijn en de kwaliteit van leven enorm vergroten. Voor complexe medisch handelen draaien specialisten hun handen niet om. Dat heeft wel een prijs, namelijk sterk stijgende zorgkosten.
Zorguitgaven
In deze kabinetsperiode zullen de uitgaven voor de zorg groeien, ondanks de bezuinigingen van 18 miljard euro uit het Regeerakkoord. Wel willen we de kostengroei afremmen en beheersbaar houden met instandhouding van onze goede zorg.
De hele samenleving profiteert van de ontwikkelingen in de zorg. Dan mag er ook wat verwacht worden. Geen rechten zonder plichten.
Eigen verantwoordelijkheid
De Raad voor de Volksgezondheid gaf in een recent rapport aan dat gedrag en gezondheid eerst komen en dan pas de zorg. De huisartsen spreken van ‘nuldelijns’ zorg. De Stuurgroep Zwangerschap en geboorte vindt dat vrouwen er naar moeten streven een goede gezondheid te genieten, voordat ze zwanger worden. Het gaat allemaal over hetzelfde. Bewustwording van de verplichting zelf te werken aan je gezondheid. Mensen moeten zelf investeren in een gezonde levenswijze. Dat is ook eigen verantwoordelijkheid. Deze week las ik een artikel over fitness-centra die het aantal bezoekers zien afnemen. Werkgevers bieden t.g.v. de crisis minder snel hun werknemers de mogelijkheid aan fitness te doen. De teneur van het artikel was dat werkgevers moeten worden aangesproken dit wel te handhaven. Maar is dat wel zo? Is het niet de eigen verantwoordelijkheid om gezond te leven en meer te bewegen?
Gelukkig komt er meer aandacht voor. Sinds januari is een stoppen-met-roken programma opgenomen in het basispakket. Stivoro constateert een grote belangstelling hiervoor en wordt overspoeld met verzoeken voor deelname.
Levensmiddelenindustrie
Het moet wel mogelijk zijn om gezond te leven. De levensmiddelenindustrie kan hieraan ook een belangrijke bijdrage leveren. Neem bijvoorbeeld het zoutgehalte in de producten. Als we drie boterhammen per dag eten, zitten we al bijna aan het maximum aan zout dat we nodig hebben. In veel levensmiddelen zit veel en teveel zout. Wereldwijd is hier inmiddels aandacht voor. Variërend van een paar artikelen in het gezaghebbende New England Journal of Medicine tot een melding van de directie in een supermarket in Zuid Afrika, waarbij wordt aangegeven dat van een aantal producten het zoutgehalte al teruggebracht is en dat nog meer producten zullen volgen. Dat heb ik in Nederland nog niet gezien. Wel voert de Consumentenbond hiervoor al langer actie en dit heeft onder andere geresulteerd dat ik inmiddels een pot doperwten kan kopen waarin minder zout zit.
Good practices
Een pleidooi voor weer een campagne wordt dit niet. Dat werkt niet altijd even effectief. Wel wil ik willen oproepen tot een uitwisseling van good practices voor gezond leven, eten en meer bewegen. Op het spreekuur bij huisarts of specialist, op consultatiebureaus, scholen, binnen zorginstellingen, bij patiëntenverenigingen et cetera. Want ook voor mensen met een chronische aandoening is het zinvol voor hun kwaliteit van leven als ze een gedrag hebben dat gericht is op gezond leven. Bewustwording is belangrijk. Vaak is iemand gemotiveerd om gezond te eten en te gaan sporten, na een hartinfarct. Het is nog veel fijner zonder deze ‘aansporing’ gezond gedrag te vertonen.
Margreeth Smilde
Kamerlid CDA