Mag ik alle medisch specialisten die overwegen bij een universitair medisch centrum te gaan werken een welgemeend advies geven? Doe dat maar even niet! Tenminste, niet zolang het kabinet van plan is de Wet Normering bezoldiging Topfunctionarissen, de WNT aan te scherpen.
Volgens de plannen die nu op tafel liggen zou de maximum salarisnorm in de publieke sector verlaagd worden van 130 procent naar 100 procent van een ministersalaris. Van de 4.300 specialisten in de universitair medische centra, die allen in loondienst zijn, heeft ruim 80 procent een salaris dat op of onder die norm ligt. Daarnaast verdienen de meeste van de 2.300 specialisten in loondienst van de algemene ziekenhuizen ook op of onder de norm. Al deze specialisten liggen qua verdiensten onder de loep omdat hun salaris tot voor kort gepubliceerd moest worden.
De bijna 7.000 vrij gevestigde specialisten die gemiddeld ruim boven de norm verdienen die nu voor bestuurders geldt, hoeven hun salaris niet openbaar te vermelden. Zij vliegen dus onder de radar en gaan ook niet onder de aangescherpte WNT vallen.
Er is nu al sprake van een – soms forse – ongelijkheid in de beloning van medisch specialisten in loondienst ten opzichte van hun vrijgevestigde collega’s en dat wordt alleen maar erger. Dat is om meerdere redenen ongewenst. Een ziekenhuis dat de bedrijfsvoering wil sturen via kwaliteit en prijs van de zorg zou het werken in loondienstverband juist moeten stimuleren, maar met deze plannen kan een Raad van Bestuur dat wel vergeten. De verschillen tussen een specialist in loondienst en een vrijgevestigd specialist worden door de normering van het inkomen alleen maar groter. Sterker nog: er zijn nu al specialisten die geconfronteerd worden met een achteruitgang in hun salaris van 25 procent als zij bijvoorbeeld een leidinggevende positie willen accepteren in een umc. Let wel: dat gaat dus om gewoon salaris, niet om een schommeling in het ondernemersinkomen; een risico dat bij ondernemerschap hoort. Bij een voorstel voor een nullijn gaan werknemers al massaal de straat op. Wat moeten ze dan doen bij een dreigende salariskorting van 25 procent?
Ik ben in mijn hele carrière in de zorg één keer een hoogleraar tegengekomen die geen behoefte had aan de salarisverhoging die bij het aanvaarden van een leidinggevende functie hoorde. De man had geen zin in ‘het gezeur’ dat daar waarschijnlijk over zou ontstaan in de wandelgangen en op verjaardagsfeestjes. Deze collega verdiende een pluim, daar niet van, maar je kan natuurlijk niet verwachten dat iedereen zo redeneert. Als iemand meer dan een kwart op zijn salaris wordt gekort op het moment dat hij een verantwoordelijke functie wil bekleden, dan wordt het voor een werkgever wel heel erg lastig om de vacatures nog te vullen.
Onacceptabele ongelijkheid
Het kabinet lijkt met deze aangescherpte plannen aan te sturen op ‘gelijke monniken, gelijke kappen.’ Als een directeur van een publieke instelling niet meer mag verdienen dan een minister, dan ook een medisch specialist niet. Het kabinet vergeet dan voor het gemak even dat ook de vrijgevestigde collega’s in de algemene ziekenhuizen voor 100 procent uit publieke middelen worden betaald. Ook hun ondernemersinkomen komt helemaal uit de publieke portemonnee van de zorgverzekeraars. Door de specialisten in loondienst te korten en de vrijgevestigde collega’s ongemoeid te laten wordt een onacceptabele ongelijkheid gecreëerd. Dat is een ongelijkheid waar met name de universitair medische centra, met 100 procent van de specialisten op de loonlijst, onevenredig door worden getroffen.
Gelijke kappen
Ik doe dan ook een dringende oproep aan het kabinet: als u wilt dat in de universitair medische centra nog specialisten willen werken aan de best mogelijke zorg, onderzoek en onderwijs, zorg dan voor écht gelijke kappen voor onze monniken. Trek die geplande aanscherping van de WNT in! In de universitair medische centra is een eerste stap reeds gezet door de beloning van bestuurders te normeren vanaf 1 januari 2013 op 130 procent van een ministerssalaris.
Geen loondienst
Als de WNT-plannen voor uitsluitend medisch specialisten in loondienst boven de markt blijven hangen, dan snap ik het als een medisch specialist niet meer in loondienst wil werken. Ik zou het hem of haar zelfs afraden. Solliciteer maar even niet bij een universitair medisch centrum zolang de WNT niet van tafel is.
Guy Peeters
voorzitter Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU)