Het terugdringen van kosten van zorg staat hoog op de agenda. Er zijn vele wegen die naar Rome leiden en meerdere maatregelen nodig om dit doel te bereiken.
Effectiever maken zorg
Een ervan is de zorg effectiever maken. Het klinkt voor sommigen misschien plat, maar dat is het niet. Een voorbeeld daarvan is de gezondheidszorg aan migranten-cliënten, zo’n 20 procent van de bevolking en een kwart van de jeugd. Uit vele onderzoeken weten we dat de effectiviteit van de zorg aan deze cliënten achterligt op de zorg aan andere patiënten. Daar valt heel goed iets aan te doen, weten we inmiddels. Met gezondheidswinst voor een flink deel van de bevolking en een kostenbesparing van vele miljoenen.
Geen ingewikkelde maatregelen
In tegenstelling tot wat velen decennialang dachten, is het verbeteren van zorg aan migranten niet een heel gecompliceerde zaak. Lang is gedacht dat we kennis moesten hebben van alle verschillende herkomsten en hun gewoonten rondom gezondheid. En daar ook een passend cultuurspecifiek aanbod voor moesten hebben. Als je zo denkt begin je er al niet aan. Ook dacht men lang dat interculturele communicatie een moeilijke zaak is waar je flink op uit kan glijden. Bij Pharos zien we dat anders. Het wordt tijd dat we dit vraagstuk gaan normaliseren én er steviger op gaan sturen.
Interventies en kwaliteitsinstrumenten aanvullen
Onze ervaring is dat het effectiever maken van zorg aan migranten dichtbij ligt en goed te doen is. Wij gaan voor cultuursensitieve zorg, geen cultuurspecifieke. Het is goed mogelijk binnen de reguliere behandelingen, interventies en standaarden rekening te houden met verschillen tussen mensen en daar relevante kennis in op te nemen. Een voorbeeld daarvan is de zorgstandaard voor diabetes. Daarin opnemen wat je moet weten om met succes deze groep cliënten te behandelen, levert al veel op. Hetzelfde geldt voor richtlijnen rondom geneesmiddelengebruik.
Kennis goed aan te vullen
Hiernaast is bijscholing nodig van professionals. Over genetische gezondheidsverschillen, verschillen in klachtpresentatie, in reacties op behandelingen en in verwachtingen van de zorg. Veel van die kennis is voorhanden. Dat geldt ook voor communicatie met laaggeletterden, zo’n anderhalf miljoen burgers in dit land. Daarin gaat veel mis. Allemaal zaken die goed te leren zijn zonder dat dat heel erg veel hoeft te kosten.
Een derde belangrijke invalshoek ligt bij cliënten zelf. Ook van deze cliënten verwachten we dat ze zelf goed en zuinig omgaan met het aanbod en weten wat nodig is om hun eigen gezondheid te bevorderen. Veel migrantencliënten willen dit, hebben behoefte aan gerichte voorlichting en verschillen hierin niet van andere.
Sturen
Dat de zorg op deze wijze te verbeteren is en dat dat kosten flink bespaart, weten we uit vele businesscases en trajecten die we hierop ontwikkeld hebben. Maar we weten inmiddels ook dat dat niet vanzelf gebeurt. Daarop moet systematisch en zakelijker gestuurd. Dit laatste kan wel wat steviger in de Nederlandse gezondheidszorg. Zeker vergeleken met de situatie in de VS, waarin dit veel gebruikelijker is en onderdeel van het normale kennis- en sturingsdebat. Bestuurders dienen dit vraagstuk meer op hun bord te nemen.
Veel kennis is er al. Nu nog gaan gebruiken.
Monica van Berkum
Directeur Pharos, landelijke kennis- en adviescentrum voor vluchtelingen en gezondheid