Het idee van een kwaliteitsinstituut werd geboren net na het aantreden van minister Schippers in 2008. In oktober vorig jaar is het instituut gedoopt met de naam Zorginstituut Nederland. In januari 2013 moet het dan zover zijn: de start van het Zorginstituut.
Deze start wordt toch weer uitgesteld, bleek tijdens de begrotingsbehandeling van VWS in december 2012. Immers, de doorzettingsmacht van dit instituut is pas geregeld als het wetsvoorstel door de Tweede Kamer is aangenomen. Echter de reikwijdte van het Zorginstituut is al ingeperkt voordat het echt in de lucht is. Want wie borgt de kwaliteit van zorg voor mensen met dementie nu veel taken overgeheveld worden van de AWBZ naar de WMO, naar de gemeentes? Gaat het Zorginstituut nu wel of niet aan de slag met deze gemeentes? Voor Alzheimer Nederland is dit begin 2013 een actueel vraagstuk. En zoals Robbert Huijsman op 3 januari op deze plek al schreef: “voor kwaliteit wordt 2013 het jaar van de waarheid”.
Ontwaken
Er zijn al vele discussies geweest over het Regeerakkoord. De kwaliteitsdiscussie krijgt naar onze zin te weinig aandacht. Wij maken ons grote zorgen over het waarborgen van kwaliteit en die zorgen worden niet weggenomen door de zorgparagraaf uit het Regeerakkoord. Sterker nog, onze zorgen worden juist bevestigd en versterkt! De VVD en PvdA willen gelukkig wel de kwaliteit van de geleverde zorg verder optimaliseren. Onder andere door het inzicht in de geleverde kwaliteit te verbeteren. Daarbij rekenen zij op de vergaande bevoegdheden voor het Zorginstituut. Maar tegelijkertijd geven de nieuwe regeringspartijen de gemeentes de vrije hand bij het uitvoeren van de vele extra zorgtaken die zij moeten uitvoeren met minder budget.
Ontwikkelen
En juist daar wringt de schoen: want hoe wordt kwaliteit in de zorg nu gegarandeerd als gemeentes zich alle vrijheid kunnen permitteren? Gaat het Zorginstituut al deze 410 gemeentes langs om te zien of zij de juiste kwaliteit aanbieden? Wat is de doorzettingsmacht van het Zorginstituut richting gemeenten? Heeft het Zorginstituut wel voldoende capaciteit en mensen om de kwaliteit van al deze gemeentes te waarborgen? Mijn antwoord is duidelijk: natuurlijk niet. Het instituut heeft de handen vol met alle andere taken die zij toebedeeld krijgt.
Ontzorgen
Maar wat gaat er dan, met deze ontwikkelingen tegen de achtergrond, gebeuren met de kwaliteit van zorg voor mensen met dementie? Ik zie hier een groot gevaar! Gemeentebestuurders voelen de urgentie om aan deze groeiende groep goede zorg te bieden- dat zie ik zeker -, maar tegelijkertijd wil men geen doelgroepenbeleid. Wij hebben de afgelopen weken goed nagedacht wat wij als Alzheimer Nederland hierin kunnen betekenen. Zo zijn we op werkbezoek geweest naar onze buurlanden om te zien hoe zij met deze vraagstukken omgaan. Wij hebben hier goede lessen uit getrokken. Wij willen een beweging op gang brengen rond de dementievriendelijke gemeenschap. Een gemeenschap waarin het makkelijker is voor mensen met dementie om te leven, omdat de buurt, de winkelier, de bank beter kunnen inspelen op de behoeften van mensen met dementie. Vier gemeenten in Brabant (Waalwijk, Bladel, Oisterwijk en Steenbergen) hebben al laten zien dat het kan. Maar ik besefte ik me dat we nog iets beters te bieden hebben aan het nieuwe kabinet en de honderden gemeentes. Want de afgelopen jaren hebben we met man en macht gewerkt aan de ontwikkeling van de Zorgstandaard Dementie. Dat is een prachtig instrument voor gemeentes om de kwaliteit van zorg voor mensen met dementie te waarborgen! En dan zijn onze zorgen over de grenzen aan de doorzettingsmacht van het Zorginstituut wat weggenomen.
Uitdragen
De voormalige staatssecretaris Veldhuijzen-Van Zanten heeft de Zorgstandaard Dementie omarmd. Hopelijk gaat dit ook gebeuren met de nieuwe bewindspersonen van Volksgezondheid en dragen zij het belang uit richting gemeentes. De alsmaar groeiende groep mensen met dementie zit immers niet te wachten op nieuwe – hoogst waarschijnlijke allemaal verschillende- initiatieven vanuit de gemeentes om de kwaliteit van de dementiezorg te waarborgen, terwijl er al een goede basis ligt met de behoeftes van mensen met dementie en hun mantelzorgers als vertrekpunt: de Zorgstandaard Dementie.
Gea Broekema-Procházka
Directeur van Stichting Alzheimer Nederland