Op Prinsjesdag stelde koning Willem Alexander in de troonrede dat ons land transformeert van een verzorgingsstaat naar een participatiesamenleving. ‘Van iedereen die dat kan, wordt gevraagd verantwoordelijkheid te nemen voor zijn of haar eigen leven en omgeving’, zei de koning.
Deze verandering sluit goed aan bij de beweging die plaatsvindt in de geestelijke gezondheidszorg (ggz). Steeds duidelijker wordt dat voor mensen met een psychische ziekte naast de geneeskundige behandeling participatie een belangrijke voorwaarde is om zo goed mogelijk te kunnen functioneren. Dit betekent dat mensen een beter bestaan krijgen, minder zorgkosten maken en in de meeste gevallen een bijdrage aan de samenleving leveren. Hierdoor doen zij minder of geen beroep op sociale voorzieningen.
Cultuurverandering
Voor de participatie van mensen met een psychische ziekte, bijvoorbeeld autisme, een angststoornis, schizofrenie of een verslaving, is het van belang dat de samenleving gastvrij is. Dit vereist nogal een cultuurverandering. Door kennis en contact leren we om mensen met een psychische ziekte te accepteren, te waarderen om zo het stigma, waar ze mee te maken hebben, te verminderen. Dit is ook een van de speerpunten van het Bestuurlijk Akkoord ggz, dat de ggz-sector met de minister van VWS heeft gesloten.
Ook vereist participatie op de arbeidsmarkt dat werkgevers en maatschappelijke instanties creatief om durven te gaan met regelgeving en individueel maatwerk leveren, waardoor mensen met een psychische ziekte en werkgevers een voor beiden gunstige relatie met elkaar aan kunnen gaan. Hiervan zijn al mooie voorbeelden bekend.
Vier vragen
Met in gedachten de cultuuromslag die ik hier kort beschreef, heeft GGZ Nederland het kabinet in een brief vier vragen gesteld:
1. Bent u bereid binnen uw ministerie creatief om te gaan met wet -en regelgeving op het gebied van arbeid, met als doel het mogelijk te maken dat mensen met een psychische ziekte binnen het ministerie kunnen werken?
2. Bent u als bewindspersoon bereid om wet -en regelgeving, die het nu nagenoeg onmogelijk maken voor mensen met een psychische aandoening om aan het werk te komen, aan te passen?
3. Bent u het met ons eens dat het gebruik van de naam van een psychische ziekte (bijvoorbeeld ‘autist’) om meningen of gedrag van een politicus in een negatief daglicht te stellen geen goed voorbeeld is met betrekking tot het eerdergenoemde speerpunt uit het Bestuurlijk Akkoord ggz, namelijk destigmatisering?
4. Bent u bereid daar in het vervolg stelling tegen in te nemen?
Net als Obama
Een antwoord hebben we op deze vragen nog niet mogen ontvangen, maar wellicht dat dit deze week tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen nog aan de orde komt. Wat zou het mooi zijn als premier Rutte zich, net als president Obama al deed, uitspreekt als premier van alle mensen en pal staat voor mensen met een psychische aandoening. In een bevlogen speech sprak Obama over de moeilijkheden waar sommige patiënten mee te maken hebben om onderdeel te zijn van de maatschappij. En over het feit dat we een psychische stoornis vaak anders benaderen dan een somatische aandoening.
GGZ Nederland ondersteunt van harte de gedachte van een zo groot mogelijke participatie in de samenleving, ook wanneer iemand een psychische aandoening heeft. Daarvoor is een goed systeem van financiering nodig, goede afstemming, samenwerking tussen instanties en samenwerking met onze doelgroep. Maar vooral ook een klimaat van een gastvrije, flexibele samenleving waarin mooie voorbeelden van participatie te zien zijn en waar psychisch kwetsbare burgers zich erkend voelen als volwaardig burger. Ik hoop van harte dat ook het kabinet hier zelf zichtbaar aan meewerkt.