De zorgparagraaf van het Regeerakkoord van Rutte II gaf weliswaar veel commotie over o.a. zorgpremies en AWBZ, maar de start met kwaliteit is uitstekend en verdient brede navolging.
Als hefboom naar realisatie staat in mijn ogen op de derde pagina van de zorgparagraaf de mooiste zin: “We verplichten aanbieders van zorg om bij de declaratie ook informatie te geven die nodig is om vast te kunnen stellen dat kwaliteit geleverd is.” Zo bezien, wordt 2013 het jaar van de waarheid voor zorgverzekeraars en zorgaanbieders. Slagen zij er samen met de cliënten in de kwaliteit van zorg transparant, (bij)stuurbaar en betaalbaar te krijgen en te houden? Kwaliteit krijgt welverdiende voorrang, maar dat wordt keihard én slim werken.
Kwaliteit, volume en kosten vormen gouden driehoek
Het kabinet gaat sturen op de gouden driehoek tussen kwaliteit(verbetering), volume(sturing) en kosten(beheersing). Edith Schippers en Martin van Rijn willen het inzicht in de geleverde kwaliteit verbeteren, praktijkvariatie verminderen en zinloos medisch handelen tegengaan. Vervolgens meldt het regeerakkoord: “Kwaliteitsverhoging gaat in de zorg gelukkig vaak samen met kostenverlaging; daar ligt een tweede prioriteit. Wij drukken de stijging van de kosten door de hoeveelheid geleverde zorg beter te beheersen, overbehandeling tegen te gaan, stringent pakketbeheer in te voeren, overcapaciteit te verminderen en verspilling te bestrijden.” De derde prioriteit betreft (regionale) samenwerking tussen zorgaanbieders om dure, complexe en acute zorg te concentreren en minder complexe zorg dichter bij de mensen te organiseren. “Beide is goed voor kwaliteit én kosten.”
Het recente verleden leert ons dat eenzijdig sturen op kosten leidt tot omzetmaximalisatie en kwaliteitsverlies. Het Regeerakkoord draait die driehoek nu om, met als insteek: wie stuurt op kwaliteit en volume-condities, oogst tegelijkertijd kostenbeheersing. “Concentratie van voorzieningen zorgt vaak voor een hogere kwaliteit tegen lagere kosten”, aldus het regeerakkoord. Daarvoor zijn inderdaad wetenschappelijke bewijzen voor handen, zo blijkt uit het recente rapport “De relatie tussen volume en kwaliteit van zorg; tijd voor een brede benadering” van IQ, Nivel en iBMG. Maar er zijn nog veel lacunes en kanttekeningen, want in onderzoek is kwaliteit vrijwel verengd tot mortaliteit, terwijl andere uitkomsten vaak relevanter zijn. Bovendien zijn vooral hoogcomplexe chirurgische ingrepen onderzocht, maar kregen veel voorkomende laagcomplexe ingrepen en zorgtrajecten veel minder aandacht. De relatie tussen volume en kwaliteit is gecompliceerd, met veel achterliggende factoren, zoals type aandoening, organisatievorm, kwaliteit van de hele zorgketen, professionele voorkeuren en gedragingen, strategische portfoliokeuzes van zorgaanbieders, patiëntvoorkeuren voor o.a. reisafstanden en keuzevrijheid en stelselkenmerken zoals financiering, contractvrijheid e.d. Kortom, de gouden driehoek is geen vanzelfsprekende wetmatigheid en verdient nog veel onderzoek. Daarin moeten bovendien de bredere perspectieven van patiënt, professional, zorgorganisatie, verzekeraar en maatschappij beter in beeld komen. Ook hier lijkt Rutte’s motto “Bruggen slaan” zeer toepasselijk.
Kwaliteitsopdracht
Verzekeraars zijn er verantwoordelijk voor dat bereikt wordt, door selectiever te contracteren op basis van heldere kwaliteitscriteria. Om die kwaliteitsopdracht te kunnen waarmaken, geeft het kabinet de zorgverzekeraar een prachtige sleutelzin in handen: elke declaratie moet voortaan vergezeld gaan van kwaliteitsinformatie. Laat ik mijn enthousiasme toelichten.
Allereerst moeten zorgverzekeraars samen met zorgaanbieders de gewenste kwaliteitsinformatie specificeren. Achmea koerst daarbij op uitkomsten van kwaliteit, niet alleen de professionele uitkomsten van het gehele zorgtraject, maar vooral ook de door de cliënt gerapporteerde uitkomsten (Proms) voor functionele gezondheid, kwaliteit van leven en de klantervaring. Het is aan de zorgaanbieder om zich na spiegeling aan deze uitkomsten te verbeteren in de structuur en processen van de zorglevering en daarin innovaties door te voeren die leiden tot nog slimmere zorgtrajecten, met betere uitkomsten voor de patiënt tegen lagere kosten.
Ten tweede moet de zorgverzekeraar een uitgebalanceerde mix van inkoopstrategieën gaan inzetten, verbijzonderd naar verschillende scores op de kwaliteitscurve:
- selectief aan de onderkant door onderpresterende aanbieders niet meer te contracteren;
- gedifferentieerd in het brede kwaliteitsmidden door te variëren in tarieven, volumina, ketenafspraken en diepgang van relatiemanagement;
- exclusief aan de bovenkant door overpresterende aanbieders te belonen met voorkeurscontracten voor o.a. topzorg, innovatie en doorbraakprojecten;
- genuanceerd contracteren van het bestaande aanbod, teneinde met aanbieders bewijs te verzamelen voor de effectiviteit en doelmatigheid van zorg en die daarna uit te filteren als blijkt dat schaarse premie-euro slimmer kan worden aangewend.
Ten derde dient er met de aangeleverde kwaliteitsinformatie ook dagelijks gewerkt en gestuurd te worden. Het begint al met de informatiestroom zelf: als elke zorgaanbieder bij elke individuele declaratie informatie gaat meesturen over de geleverde kwaliteit, dan ontstaat er een enorme uitdaging om die informatie beheersbaar te houden, slim te bundelen en om te zetten in stuurinformatie. Niet jaren na afloop van een zorgtraject, maar liefst realtime, anders werken feedback- en verbetercycli niet. Daar vergt een ICT-doorbraak!
Sluit driehoek cliënt, professional en verzekeraar
Wil de gouden driehoek van kwaliteit, volume en kosten voor de hele zorg gaan werken, dan zijn alle partijen aan zet. In 2013 zal forse versnelling en intensivering nodig zijn, willen we de kwaliteitsopdracht realiseren. Nu al werken veel wetenschappelijke verenigingen aan kwaliteit, veelal in nauwe samenwerking met zorgverzekeraars en patiëntenorganisaties. Laten we niet steeds het wiel opnieuw uitvinden, maar aansluiten bij eerdere ervaringen, nationaal en internationaal. Cliëntenorganisaties kunnen met zorgverzekeraars sterker inzetten op de Proms (patient reported outcome measures). Ook het landelijk beleid moet aangepast worden, bijvoorbeeld als het gaat om generieke lumpsum-akkoorden, omzet- of honorariumgaranties, monopolisten, ongeclausuleerde keuzevrijheid (bijbetalen als je bewust kiest voor aanbieder dichterbij maar van mindere kwaliteit?), premiedifferentiatie op geleide van bewezen effectiviteit, of lokaal voorkeursbeleid om onrendabele (delen van) zorgvoorzieningen open te houden voor de eigen burgers.
Zo wordt 2013 een mooi kwaliteitsjaar!
Robbert Huijsman
Senior manager Kwaliteit & Innovatie bij de divisie Zorg & Gezondheid van Achmea en bijzonder hoogleraar Management & Organisatie van de Ouderenzorg bij het instituut Beleid & Management Gezondheidszorg, Erasmus Universiteit Rotterdam.