De hervorming van de langdurige zorg is in volle gang. Recent heeft de staatssecretaris besloten zowel persoonlijke verzorging als verpleging onder te brengen in de Zorgverzekeringswet (Zvw) en is er een eerste proeve van de Wet Langdurige Intensieve Zorg (LIZ) verschenen.
Hoewel de wetgeving voor de hervorming van de langdurige zorg waarschijnlijk pas in het voorjaar van 2014 wordt afgerond, wordt het nu al steeds duidelijker wat van extramurale en intramurale zorgaanbieders wordt gevraagd. Hoe versterkt u uw positie, hoe gaat u slim saneren én succesvol innoveren?
Risico bij zorgverzekeraars
De positie van huisartsen, zorgaanbieders en gemeenten wordt sterker, die van zorgverzekeraars afhankelijker. Met de overheveling van de persoonlijke verzorging en verpleging naar de Zvw komen deze functies in het domein waarin de zorgverzekeraars risicodragend zijn. Dat is interessant; het gaat een nieuwe dynamiek opleveren voor zorgaanbieders. Wijkverpleegkundigen, verzorgenden en huisartsen moeten gaan bewerkstelligen dat er een minder groot beroep wordt gedaan op de tweede- en derdelijnszorg. Preventie dus. Niet alleen door zorgvragers te wijzen op hun eigen verantwoordelijkheid (informele zorg), maar ook door gezond leven te stimuleren en meer zorg af te vangen in de eerste lijn.
Poortwachtersfuncties
Zorgverzekeraars worden afhankelijker van deze poortwachtersfuncties naar de mate waarin zij effectief zijn in het beperken van de vraag naar specialistische zorg. Doen zij hun werk goed, dan leidt dat tot een verminderd beroep op professionele of specialistische zorg. Zo bezien worden de zorgverzekeraars ook afhankelijk van wat de gemeenten voor elkaar krijgen als het gaat om de versterking van de nulde lijn. De opgave zal zijn om door middel van preventie te bewerkstelligen dat er een minder groot beroep gedaan wordt op tweede- en derdelijnszorg. Dat geldt zowel voor de Zvw als voor de LIZ. Het is overigens de verwachting dat de zorgverzekeraars op termijn de LIZ ook risicodragend gaan uitvoeren voor eigen verzekerden. De zorgverzekeraar heeft dan ook een belang van het beperken van de schadelast voor de intramurale langdurige zorg (care).
Investeren
Zorgaanbieders die goed werk leveren, dagen zorgverzekeraars uit om budgetten te substitueren en meer te investeren in preventie (direct of indirect). Dit leidt uiteindelijk tot verhoging van de budgetten (afspraken over resultaat) voor wijkverpleging en persoonlijke verzorging. Zorgverzekeraars doen er goed aan afspraken te maken met zorgaanbieders, huisartsen en gemeenten met betrekking tot de taken die zij uitvoeren en afspraken te maken over shared savings als afgesproken resultaten worden behaald. Dit laatste vergt overigens wel meerjarenafspraken. Echte gedragsverandering zal niet in één jaar gerealiseerd kunnen worden; het vergt ingrijpende aanpassingen in de werkwijze van de eerstelijnsprofessionals. Ook zal er geïnvesteerd moeten worden in het organiseren van samenwerkingsrelaties, scholing en training en aanpassing van de organisatie.
Arrangementen wonen, welzijn en zorg
Bij de nieuwe aanspraak wijkverpleging is het van belang dat er effectief wordt samengewerkt met huisartsen en aanbieders van arrangementen op het terrein van wonen, welzijn en zorg. Dit is een voorwaarde om enerzijds de verantwoordelijkheid bij zorgvragers of burgers terug te leggen (versterking nulde lijn) en anderzijds snel te kunnen schakelen met andere partijen. Keuzevrijheid en kostenbeheersing gaan echter lang niet altijd samen. Het zou daarom goed zijn als de staatssecretaris ervoor zorgt dat in de Zvw wordt geregeld – zoals dat nu ook in het wetsontwerp voor de LIZ staat dat de aanspraak wijkverpleging alleen kan worden geboden door gecontracteerde zorgaanbieders. De aanspraak wijkverpleging moet zodanig bekostigd worden dat de prikkel om meer te doen dan noodzakelijk vermeden wordt. Concurrentie in de wijkverpleging is daarom niet gewenst; dat draagt ook niet bij aan een beperking van de zorguitgaven. Een slim samenspel van zorgverzekeraars en gemeenten, waarbij afstemming wordt gerealiseerd tussen (de ontwikkeling van) de sociale wijkteams en de medische wijkteams (huisartsen, wijkverpleegkundigen, etc.), geeft een duidelijk signaal naar de samenleving, draagt bij aan een versterking van het besef van de eigen verantwoordelijkheid van burgers en zorgvragers en leidt tot kostenbeheersing in de zorg. Naast een goede gezondheid van burgers is dat uiteindelijk ons gezamenlijke maatschappelijk belang.
Tijdig en slim saneren als opmaat
De hervorming van de langdurige zorg leidt tot fundamentele wijzigingen in de zorg. Zorgaanbieders moeten ieder voor zich de volgende vragen beantwoorden:
- Wat is onze missie en voor wie zijn wij er?
- Hoe ziet ons portfolio eruit?
- Welke organisaties gaan ons contracteren en welke eisen stellen zij?
- Wat betekenen bovenstaande keuzes voor onze organisatie?
- Hoe realiseren we een duurzaam renderende exploitatie?
- Met welke organisaties werken we samen en met welke niet?
Strategische agenda
De beantwoording van deze vragen leidt tot een nieuwe strategische agenda en geeft inzicht in de veranderagenda van de organisatie. Wat moet er worden gesaneerd (met name vastgoed én overhead), maar vooral ook: waar moet worden geïnnoveerd? Niet tijdig saneren schaadt de vermogenspositie en vermindert de innovatiekracht van organisaties. Door tijdig en slim te saneren blijft er ruimte om te investeren in nieuwe zorg- en dienstverlening te ontwikkelen en deze ook succesvol te implementeren.
Gert Cazemier, partner BMC Advies & Management