Deze week zijn twee belangrijke rapporten verschenen van ZonMw. Beide hebben te maken met het hand in hand gaan van doelmatigheidsonderzoek, kwaliteitsverbetering en kostenbesparing in de zorg.
Het eerste rapport ‘Kostenbesparingen door onderzoek en innovatie in de zorg’ tracht te becijferen wat de financiële voordelen zijn van doelmatigheidsonderzoek. Het tweede rapport handelt over het principe van “shared savings”, waarbij een aantal scenario’s wordt gepresenteerd over de verstandige omgang met de “savings” die zijn ontstaan als “bijproduct” van onderzoek en innovatie.
Het gaat er namelijk om dat de kostenbesparingen die worden behaald door doelmatigheidsonderzoek, tot stand komen door middel van investeringen uit subsidiegelden van ZonMw en geld van zorgaanbieders en hun onderzoekers. De financiële voordelen vallen echter voor het grootste deel bij de verzekeraars. Daarnaast wordt van alle ingediende subsidievoorstellen maar ongeveer 10 procent gehonoreerd vanwege gebrek aan geld. Voor deze niet gesubsidieerde onderwerpen, wordt de kwaliteit niet beter en worden de kosten niet lager.
Onderbouwing
Er is dus meer geld nodig. Enige tijd terug heb ik dan ook al geblogd, dat onderzoek zou moeten worden gefinancierd uit premiegelden, aangezien daar de financiële voordelen worden behaald. Het rapport ‘Kostenbesparingen door onderzoek en innovatie in de zorg’ onderbouwt dit meesterlijk. Voor iedere euro die besteed wordt aan doelmatigheidsonderzoek, wordt grofweg 3 euro aan premiegelden bespaard. En deze schatting is zeer conservatief. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat maar 40 procent van de potentiële besparingen wordt gehaald.
Het rapport ‘Strategische verkenning shared savings, toepasbaarheid bij ZonMw programma’s voor onder andere zorgevaluaties’ gaat vervolgens in op de wijze waarop verzekeraars dat bespaarde geld (deels) weer in zouden kunnen zetten voor nieuw onderzoek. Immers, iedere euro die ze inzetten levert minimaal 3 euro op. Indien verzekeraars zich los kunnen maken van het concurrentie-denken, zouden ze hier toch snel iets mee moeten willen doen.
Betrokkenheid
In het ZonMw rapport worden drie scenario’s beschreven van shared savings arrangementen. De scenario’s variëren in de directe betrokkenheid van verzekeraars bij het ontwerp van het onderzoeksprogramma en de selectie van onderzoeken. Afhankelijk van hun betrokkenheid hierbij is de financiering in meer of mindere mate voorwaardelijk. Kortom, grote betrokkenheid van verzekeraars, dan onvoorwaardelijke financiering. Geen betrokkenheid van verzekeraars, dan financiering op basis van behaald rendement.
Polderscenario
Natuurlijk is er ook een Nederlands polderscenario in het midden. Mijn advies aan de verzekeraars: iedereen zijn vak, gewoon betalen op basis van behaald rendement. Dat scheelt ook nog eens in bureaucratie. Indien op basis van deze rapporten de koudwatervrees bij verzekeraars zou afnemen en zij bereid zijn met elkaar en ZonMw over dit onderwerp afspraken te maken, dan denk ik dat ZonMw met deze rapporten een belangrijke stap heeft gezet in de richting van een betaalbare gezondheidszorg die ingericht is op permanente kwaliteitsverbetering.
Aanvullend zou ik bij ZonMw nog aandacht willen vragen voor de positie van de groepen zorgprofessionals die met hun onderzoekers de handschoen oppakken en met projecten komen. Ook daarvoor zouden arrangementen moeten worden ontworpen. Zelf ben ik bijvoorbeeld betrokken geweest bij de ontwikkeling van “de KNO-wetenschapsagenda”. Die is tot stand gekomen doordat dokters en patiënten met elkaar de belangrijkste onderzoeksvragen hebben benoemd. Het zou mooi zijn indien dit soort agenda’s van dokters en patiënten integraal onderdeel worden van de op te zetten onderzoeksprogramma’s. De verzekeraars zou ik op het hart willen drukken de professionals die enthousiast onderzoeken indienen, uitvoeren en de resultaten implementeren, financiële ruimte te geven bij de implementatie. Anders vraag je de kalkoen mee te praten over het kerstdiner en neemt het animo snel af.
Peter Paul van Benthem, KNO-arts en lid van de kwaliteitskoepel van de Orde van Medisch Specialisten