Als kind had ik een Zilvervloot rekening. Wie niet. Het rijk stimuleerde ouders tot spaarzaamheid, in het bijzonder voor de kinderen voor ‘als ze groot waren’. Dat leverde best een cent op.
Beleggingsschandalen
Dus als vader wilde ik ook Zilvervlootjes voor mijn kinderen. Maar die bestond niet meer; te oubollig en de markt kon dat veel beter. Dus storten mijn vrouw en ik maandelijks in ‘spaarproducten’. Een maandje terug meldde zich echter de fondsbeheerder. Omdat die intussen drie keer was overgenomen duurde het even voor we door hadden waar het over ging. De beheerder vroeg zich af of onze beleggingsproducten (o, waren het beleggingen) nog wel voldeden. Ja, dank je de koekoek! Je verliest momenteel je geld waar je bij staat! We mochten met een bemiddelaar bezien of er betere oplossingen waren (bij diezelfde beheerder, en ook beleggingsproducten, dat spreekt). Dat deed de fondsbeheerder overigens niet op eigen initiatief; ze was ertoe geprest door alle beleggingsschandalen en te veel in rekening gebrachte kosten.
Ouderenzorg
Bij zorg en maatschappelijke ondersteuning gaat het steeds vaker over ‘zorgsparen’ als ei van Columbus. Want de kosten zijn in onze vergrijzende samenleving een probleem. De vraag neemt immers toe, terwijl we jaarlijks bekijken hoe we dat betalen. Toch? Was dat maar zo. We moeten dus elk jaar steeds meer geld verdienen om onze zeer ouderen te kunnen verzorgen. Maar ook als de (belasting- en premie-)inkomsten tegen vallen, de kosten stijgen door. Dat gaat dus niet lukken, zeker nu niet. Onze ouderen, hoe lief ook, zijn een loden last. En zij zijn ‘gewend’ om zorg te kunnen krijgen, terwijl onze zorgverleners hun vak geleerd hebben in een tijd dat het belangrijk was om veel te zorgen. Dat versterkt elkaar.
‘Toekomstgericht’ systeem
Maar zelfs als we ons denken veranderen, zullen de kosten een probleem blijven. Daarom lijkt een ‘toekomstgericht’ systeem ideaal: we sparen voor onze eigen toekomstige zorg. want één van ons tweeën (u en ik) heeft, als we 85 of ouder zijn, die zorg nodig; dat is dus een risico dat te dekken lijkt. Maar volgens de OESO kan zoiets alleen in landen met een al bestaande verplichte collectieve financiering. Duitsland!, Nederland! Want vrijwillige particuliere verzekeringen voor langdurende zorg werken niet, en bij uitstek niet voor degenen die zulk een verzekering het hardst nodig hebben. Simpelweg omdat ze het niet kunnen betalen: vrouwen en mensen uit lagere sociaal-economische groepen. Want vrouwen leven gemiddeld langer (en veel langer met een zorgbehoefte), dus zouden veel meer moeten betalen, terwijl hun inkomen veelal stevig lager is dan dat van mannen. En de behoefte aan langdurige zorg concentreert zich ook nu al bij degenen met een lagere sociaal-economische achtergrond: wederom: de lagere inkomens- (en vermogens-)groepen. Eigen verantwoordelijkheid is echter moeilijk terug te vertalen naar geslacht of geschiedenis.
Collectief
Dus het zou collectief geregeld moeten worden. Collectief maar met individuele vulling van het spaartegoed. Ha! Denkt u nu; dat lijkt veel op onze pensioenregelingen. Maar is dat wel een plan? Of het nu dit kabinet is of een volgend, het bestaande pakket wordt verkleind: meer naar de ZVW (en daar pakketopschoning) en meer naar de WMO (maar gepaard met budgetkortingen dus steeds strakke voorwaarden); en dat proces zal door de crisis verder versnellen. Want publiek is het dus niet meer op te brengen. Terzijde is de vraag overigens of het dan maar naar de particulier schuiven, eigenlijk wel een oplossing is en zo ja, waarvoor dan?
Waarom zorgsparen
Maar als zorgsparen iets is, zullen we wel wat vragen moeten beantwoorden. Zoals waarvoor zorgsparen eigenlijk dient, voor welzijnsdiensten – die nu door gemeenten worden wegbezuinigd – of daadwerkelijk voor zorg? En wat als je tegoed op is en je zorgbehoefte toeneemt? En waarvoor het publieke arrangement dan nog is? En hoe gaan we mensen verplichten om gedurende de door de OESO nodig geachte invoeringstermijn van zo’n 10-15 jaar dubbele lasten te betalen, voor nu en voor de toekomst…? En hoe is te voorkomen dat we met dezelfde ellende komen te zitten als met onze toekomstige pensioenen (die er dan dus niet meer zijn), onze hypotheken of kinderspaarproducten. De financiële sector heeft ons behoorlijk te grazen genomen en het pensioen-akkoord maakt het, door twee fundamentele problemen, niet beter: werkgevers die risico’s afwentelen, en vakbondsleden die hetzelfde doen, op (vooral) hun kinderen en op niet-leden en daarnaast denken dat het 1960 is qua levens- en dus pensioenduur. En daar moeten we op vertrouwen? En hoe collectief is een regeling nog als er steeds minder werknemers zijn die verplicht (mede-)afdragen en steeds meer ZZP-ers die als eerste beknibbelen op hun secundaire regelingen?
Vertrouwen
Publiek redden we het dus niet, en collectief kunnen we kennelijk niemand vertrouwen om zorgvuldig met onze belangen om te gaan. En de collectieven worden kleiner onder het motto ‘employability. Terug dan maar naar de ouwe sok? Ik durf het bijna niet te zeggen omdat, zeker in de financiële sector, geen enkel begrip zo is misbruikt met de ellende van nu tot gevolg… Maar het is tijd voor fundamentele innovatie… Wie het weet mag het zeggen… De OESO gaf zijn rapport een dubbelzinnige titel mee, alsof ze het ook niet weet. Enne: liefst geen econoom, want die vertrouwen we ook niet meer.
‘Spaarproducten’
Mijn vrouw en ik zijn gewoon maar blij dat we drie dochters hebben, altijd goed als je later zorg nodig hebt. Als ze tenminste in de buurt blijven. Maar, waar zadel ik ze mee op? Luchtbellen uit het verleden blijken geen enkele garantie. Want nadat we de ‘afkoopwaarde’ opgevraagd hadden om inzicht te krijgen in onze ‘spaarproducten’, hadden mijn vrouw en ik zin om te huilen. Om nog maar te zwijgen over ons huis, gekocht op het toppunt van de markt.