Het is nu de vierde keer dat een bank aan me vraagt of ik garant wil staan voor een ziekenhuis met een investering van premiegeld, een langlopende lening en een contract van een jaar of vijf. Dat vraagt om een reactie.
Als ziekenhuisbestuurder voelde ik altijd druk. In de eerste plaats natuurlijk omdat ik het beste voor mijn patiënten wilde, maar daarnaast moest ik ook steeds scherper kijken naar de risico’s in financiële zin. Kom ik eruit met de verzekeraar als we onderhandelen over het contract? Wil de verzekeraar genoeg betalen voor de goede zorg in ‘mijn’ ziekenhuis? Wil de bank mij steunen met leningen? Meestal kwamen we er wel uit.
Eigen rol
Als directeur inkoop van ziekenhuiszorg bij Achmea ervaar ik dezelfde druk. Misschien nog wel meer. In beide functies heb ik veel geleerd over de driehoek ziekenhuis-bank-zorgverzekeraar en ieders taak daarin. Steeds vaker wijzen banken naar zorgverzekeraars als een ziekenhuis in moeilijkheden zit. Of ze vragen een meerjarencontract als ‘zekerheid’. Ja, we hebben elkaar nodig, maar iedereen heeft absoluut een eigen rol. Achmea is géén bank en geen “rijke opa” die zorgaanbieders financiële garanties kan geven.
Verantwoordelijkheid
In diverse situaties heb ik vanuit mijn rol als verzekeraar comfort geboden in lastige situaties. Dit was ondermeer aan de orde bij het Rode Kruis Ziekenhuis, maar ook bij een ziekenhuisfusie vorig jaar. En specifiek bij de nieuwbouw van de Isala Klinieken hebben wij als verzekeraar (net als de bank kennelijk) meegedacht in de bekostiging van de kapitaalslasten. Kortom, waar mogelijk en aan de orde zijn ook wij bereid onze verantwoordelijkheid te nemen.
Risico’s
Banken lopen risico’s. Daar vragen ze rente voor ter dekking. Daarin zouden banken meer kunnen differentiëren. Het gaat nu te veel om het wel of niet verstrekken van de lening, in plaats van het gediffentieerd prijzen ervan. Zorgverzekeraars lopen eveneens risico. Steeds meer zelfs. Dit blijkt uit de marktswitch van verzekerden afgelopen jaar (6,5 procent) en de steeds hogere solvabiliteitseisen van de toezichthouders. Daarnaast krijgen ze in de Zorgverzekeringswet steeds minder gecompenseerd dan wel nagecalculeerd (minder dan 15 procent). Oftewel, de zorgverzekeraar lijkt meer en meer op een normale, risicodragende schadeverzekeraar. Die zich jaarlijks moet bewijzen aan zijn verzekerden.
Geen omzetgarantie
En een ziekenhuis? Ook dat kent risico’s en onzekerheden. Al kennen ze ons contracteerbeleid. Ze weten of ze wel of niet kunnen voldoen aan de kwaliteitseisen die er zijn. We hebben ook altijd bij alle ziekenhuizen ingekocht en zullen dat voor een groot deel van hun omzet ook blijven doen. Soms voor één jaar, soms voor twee jaar. Maar geen contracten met omzetgaranties van vijf jaar of tien jaar. Want net zoals 6,5 procent van de Nederlanders afgelopen jaar voor een andere zorgverzekeraar koos, kiezen verzekerden ook niet standaard hetzelfde ziekenhuis voor elke behandeling. Dat percentage kan de komende jaren flink oplopen. Dan hangt de omzetontwikkeling dus slechts deels af van onze inkoop, maar niet minder van het vermogen van het ziekenhuis patiënten duurzaam voor zich te winnen.
Zorgplicht
In het zorgstelsel, waarin de verzekeraar risicodragend geworden is, is ook sturingskracht gegeven aan de verzekeraar. Zoals in de Zorgverzekeringswet van 2006 staat: het “dwingen” van aanbieders om doelmatige zorg te leveren en met hen te onderhandelen over prijs, inhoud en organisatie van de zorg. Voor het leveren van deze zorg zijn de zorgaanbieders verantwoordelijk. Zonder hen kunnen wij de zorgplicht die we hebben naar verzekerden niet waarmaken. En om investeringen van zorgaanbieders mogelijk te maken, zijn banken nodig. Ik zou zeggen: welkom aan tafel en pak die rol, maar accepteer wel dat de taken verdeeld zijn, en de wereld niet zonder risico’s is.
Utopie
Elk bedrijf zal rekening moeten houden met tegenvallers en (on)voorspelbaar gedrag: een duurder uitgevallen nieuwbouw of patiënten die een ander ziekenhuis kiezen. Niemand kan exact voorspellen hoe het er over vijf of tien jaar uitziet. Het ziekenhuis niet en de zorgverzekeraar ook niet. Vijf- of tienjaarscontracten die daarvoor zekerheid bieden zijn dus een utopie. Maar een zorgaanbieder die goed presteert en die onze verzekerden aan zich weet te binden, mag zich verzekerd weten van een inkoopcontract. En dan is de vraag: doet de bank ook mee? Als iedereen bij zijn eigen rol blijft, dan komen we er samen wel uit.
Wout Adema, directeur Inkoop Medisch Specialistische Zorg bij Achmea