Overstappen naar een andere huisarts lukt lang niet altijd. Slechts 1 op de 3 patiënten die zich bij een andere dokter wil inschrijven, slaagt daarin, zo blijkt uit onderzoek van patiëntenfederatie NPCF. Vaak nemen de gewenste huisartsen geen patiënten aan of woont de patiënt niet in het goede postcodegebied.
Volgens directeur Wilna Wind moeten mensen gewoon kunnen overstappen als ze dat willen, mits de huisarts op maximaal een kwartier afstand gevestigd is. “Het is een hardnekkig probleem dat al jaren speelt. Daar moet echt iets aan worden gedaan. Een patiënt moet de huisarts kunnen kiezen die hij wil.”
Geen vertrouwen
Van de 11.000 ondervraagde patiënten wilden er 1100 van huisarts wisselen. De helft van hen was ontevreden over de dokter, 35 procent had geen vertrouwen in hem of haar. Drie op de tien was het bovendien niet eens met de arts. Een woordvoerder van de NPCF wijst op de toestemming die huisartsen soms moeten geven voor vertrek, ondanks de vrije zorgkeuze. “Als jij ruzie hebt met je huisarts, staat hij waarschijnlijk niet te springen om daar behulpzaam bij te zijn. Maar je moet wel je medisch dossier meenemen naar de nieuwe arts.” Een aantal mensen durft niet om akkoord te vragen, vreest hij.
Onderlinge afspraken
De ondervraagden denken dat huisartsen onderling afspraken maken over overstappers. “Als ik niet verhuis, kan ik ook geen andere huisarts nemen”, liet een deelnemer weten. Een andere ondervraagde: “Als huisartsen plaats hebben, kun je er terecht. Maar als ze merken dat je komt van een huisarts in dezelfde regio, zeggen ze ineens dat de praktijk vol zit.”
Cijfer: 8
In het onderzoek is ook de algemene tevredenheid over de huisartsen gemeten. Die was niet slecht: patiënten geven hun huisarts gemiddeld een 8. Toch zijn er klachten. Bijna de helft van de ondervraagden zegt dat iedereen kan horen wat er aan de balie wordt gezegd, soms zelfs tot in de wachtkamer. Over de beslotenheid van de behandelkamer zijn de deelnemers wel te spreken. (ANP)