Patiënten die na een hartinfarct of een hartoperatie moeten revalideren, krijgen betere zorg als hun behandelteam gebruik maakt van elektronische beslissingsondersteuning. Dat blijkt uit onderzoek van de AMC-afdeling Klinische Informatiekunde dat online is gepubliceerd in British Medical Journal.
Gebaseerd op richtlijn hartrevalidatie
De afdeling ontwikkelde samen met de Nederlandse Hartstichting en de Nederlandse Vereniging voor Cardiologie (NVVC) het computerprogramma CARDSS. Het programma geeft een op maat gesneden behandeladvies dat is gebaseerd op de richtlijn voor hartrevalidatie. Hierin staan adviezen voor het voorschrijven van bewegingstraining, leefstijlveranderingen, ontspanningstherapie en het geven van voorlichting aan patiënten die een hartaanval hebben gehad, of een open hartoperatie hebben ondergaan. In CARDSS voeren behandelaars alle gegevens over een hartpatiënt in, waarna de computer aangeeft wat volgens de richtlijn de beste behandeling is.
Therapiebeslissingen
Het AMC testte het systeem in 31 ziekenhuizen. De helft van de hartrevalidatieteams kreeg de volledige programmatuur; de overige teams voerden wel alle patiëntgegevens in, maar moesten het stellen zonder computeradvies. De teams die een advies van de computer kregen, volgden de richtlijn beter dan teams die dit niet kregen. Zo was met gebruik van CARDSS 93 procent van de therapiebeslissingen over beweging conform de richtlijn. Zonder het computeradvies was dat 85 procent. Dat gold zowel voor over- al onderbehandeling.
EPD
Met de invoering van het elektronische patiëntendossier zullen de mogelijkheden voor het gebruik van dergelijke systemen toenemen, menen de onderzoekers.