De volledige deelname van ziekenhuizen in Nederland is belangrijk omdat patiënten daardoor snel getraceerd kunnen worden als er iets mis is met een implantaat, legt dr. Hinne Rakhorst uit, plastisch chirurg en voorzitter van de wetenschappelijke commissie DBIR.
“Daarnaast kunnen we hierdoor ook goed de kwaliteit bewaken van borstimplantaatchirurgie. De DBIR vormt zo de basis voor het steeds beter inrichten van deze zorg. De registratie is uniek en we merken dat steeds meer landen grote interesse hebben hoe we dit in Nederland hebben georganiseerd.”
Inzicht in kwaliteit en bijwerkingen
De database registreert zowel de kwaliteit van zorg als de kwaliteit van de borstimplantaten. De DBIR krijgt inzicht in de kwaliteit van borstimplantaatchirurgie door het registeren, onderzoeken en evalueren van de opgestelde kwaliteitsindicatoren en benchmarks, en van bijwerkingen van verschillende typen implantaten.
Hoog niveau vasthouden
De informatie uit de DBIR geeft artsen, patiënten en verzekeraars inzicht in de kwaliteit van de borstimplantaatchirurgie in Nederland. Rakhorst: “In de afgelopen jaren is de DBIR verworden tot een Europese- en wereldstandaard op het gebied van kwaliteitsregistratie voor borstimplantaatchirurgie. Het is heel waardevol dat alle Nederlandse centra meedoen want daardoor hebben we data van hoge kwaliteit. Vanuit de DBIR willen we daarom constant doorontwikkelen zodat we het hoge niveau kunnen vasthouden en de bruikbaarheid van de data verder toeneemt.”