Met een percentuele toename van 3,6 procent groeien de zorguitgaven minder snel dan de afgelopen jaren. Dit constateert het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Met name de groei van de ziekenhuis- en gehandicaptenzorg zakt iets in. Daar staat een bovengemiddelde groei van de uitgaven aan paramedische zorg en ouderenzorg tegenover.
Kentering
In totaal gaf Nederland in 2010 87,6 miljard euro uit aan gezondheidszorg en welzijnszorg. Dit is 3,6 procent meer dan in 2009. In de periode van 2004 tot en met 2008 stegen de zorguitgaven steeds sneller, tot zeven procent in 2008. Daarna volgde in 2009 een kentering met een groei van 5,7 procent.
Tariefdaling
De uitgaven aan ziekenhuizen en specialistenpraktijken stegen in 2010 met 3,5 procent. In 2009 was dat nog bijna 7 procent. De NVZ vereniging va ziekenhuizen kwam dinsdag met vergelijkbare cijfers naar buiten. De lagere groei komt volgens het CBS vooral door forse tariefdalingen bij medisch specialisten in reactie op aanzienlijke budgetoverschrijdingen in eerdere jaren. De uitgaven aan ziekenhuizen en specialistenpraktijken vormen ruim een kwart van de totale uitgaven aan zorg.
Hogere productie
De uitgaven aan huisartsenpraktijken groeiden in 2010 met slechts 2,4 procent. De uitgaven aan de zogenaamde ketenzorg zitten daar niet bij. De uitgaven aan paramedische zorg namen in 2010 met zeven procent toe. Dat komt volgens het CBS vooral door de hogere tarieven bij de verloskundigenpraktijken om het norminkomen op peil te houden en door de fors hogere productie van de fysiotherapeutenpraktijken.
Zorgzwaarte
Terwijl de uitgaven aan de ouderenzorg in 2010 met vijf procent meer dan gemiddeld toenamen, namen de uitgaven aan de gehandicaptenzorg slechts toe met 1,3 procent. Bij de ouderenzorg stegen zowel de uitgaven aan de extramurale zorg als aan de intramurale zorg. Dat komt bij de extramurale zorg vooral door de persoonlijke verzorging van patiënten en bij de intramurale zorg door de zorgzwaartepakketten.
Daling
De relatief lage groei bij de gehandicaptenzorg wordt vooral verklaard door een daling bij de extramuraal verleende zorg, in het bijzonder de begeleiding van patiënten, en door minder inzet van middelen bij de voorzieningen voor gehandicapten, vooral vervoersvoorzieningen en hulpmiddelen bij mobiliteit.