Het College Sanering Zorginstellingen (CSZ) maakte zich vorig jaar sterk voor instandhouding van Meavita als één concern. Volgens het CSZ waren de plannen om Meavita weer gezond te maken “realistisch” en was er “voldoende managerial power en veranderingsbereidheid”.
Garantie
Een en ander blijkt uit stukken die staatssecretaris Bussemaker op aandringen van de Tweede Kamer openbaar heeft gemaakt. Het advies van het CSZ is gericht aan de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) en dateert van augustus 2008. Op dat moment liep er een steunaanvraag van Meavita. De noodlijdende organisatie hoopte deze steun in te zetten als garantie om zo geld te kunnen lenen bij de banken.
Voldoende
Het CSZ toont zich in de rapportage positief over de plannen van Meavita. Volgens het CSZ was Meavita gezond te maken, zij het “niet uitsluitend op eigen kracht”. Het CSZ is met name te spreken over het feit dat er met de komst van nieuwe bestuurders “voldoende managerial power en veranderingsbereidheid in de (top van de) organisatie om de organisatie financieel gezond te kunnen maken”. “Ik meen dat het Herstelplan in combinatie met een deskundig en gemotiveerd bestuur en directie, voldoende uitzicht biedt op een sluitende exploitatie in 2009”, laat het CSZ bij monde van Wiete Mesman weten. “Indien althans het haar 2009 wordt gehaald”.
Geen defusie
Het CSZ merkt daarnaast op dat een ontvlechting dan wel defusering “niet het passende antwoord” is c.q. “geen realistische optie” is. Toch is het deze optie waar de NZa in samenspraak met het ministerie van VWS begin 2009 uiteindelijk voor kiest. Wat volgens toenmalig interim-bestuurder Leo Markensteyn de nekslag is geweest voor het reddingsplan, was de lange besluittermijn van de NZa. De steunaanvraag werd uiteindelijk in november afgewezen, bijna drie maanden na het advies van het CSZ. Verbijsterend, vindt Markensteyn. “Als de NZa een goed en zichtbaar gebaar had gemaakt, waren er banken geweest om bij te springen. Maar alles bij de NZa gaat traag en stroperig. De eerste week van augustus hadden wij de steunaanvraag klaar, maar pas in november volgde de uitspraak. Dat kan niet als een bedrijf in nood is.”