Ziekenhuizen hebben een gezamenlijke terugbetalingsverplichting van circa twee miljard euro aan de zorgverzekeraars. Dat becijfert accountantsbureau PricewaterhouseCoopers in het brancherapport Gezondheidszorg.
Forse impact
Het terug te betalen bedrag bestaat uit voorschotten en gelden die zijn uitgekeerd op basis van te ruime dbc-verrekenpercentages. Per ziekenhuis kan de terugbetaling in de tientallen miljoenen euro lopen. De bedragen zullen na de komende zomer terugbetaald moeten worden. Dit kan volgens PwC forse impact hebben. De wankele financiële positie van veel ziekenhuizen maakt dat ze de vorderingen niet uit eigen liquide middelen kunnen betalen. Werkkapitaal lenen wordt door de kritische opstelling van de banken echter steeds moeilijker.
Reguleringszekerheid
Om de problemen het hoofd te kunnen bieden hebben de ziekenhuizen volgens PwC voor alles behoefte aan reguleringszekerheid. Dit betekent duidelijkheid over omvang en wijze van bekostiging van het A-segment en het tempo van de uitbreiding van het B-segment. Ook moet er helderheid komen over eventuele overgangsregelingen. Vooralsnog adviseert de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) voor een periode van drie jaar een overgangsmodel. Dit moet schommelingen in de inkomsten van instellingen voorkomen. De status van het NZa-model is nog onduidelijk. PwC merkt op dat voor een snelle overgang naar prestatiebekostiging de gereguleerde DBC-tarieven in ieder geval een betere weerspiegeling moeten geven van de werkelijke kosten.
Spagaat
Andere onzekerheden liggen in de overgang naar het nieuwe financieringsmodel DOT. Omdat DBC’s niet langer worden getypeerd door de specialist, maar centraal worden afgeleid via de zogeheten ‘grouper’, neemt het risico toe dat te lage DBC’s worden gefactureerd. PwC constateert dat “de spagaat en de onzekerheden voorlopig business as usual blijven voor de ziekenhuizen”.