Het huidige stelsel voor curatieve zorg leidt tot matige kwaliteit tegen een hoge, snel stijgende prijs. Door de spagaat tussen aanbodsturing en liberalisering krijgen de sector en de consument “het slechtste van twee werelden”. Dit concludeert de ambtelijke werkgroep die adviseert over de toekomst van de cure.
‘Heldere keuze’
Om de huidige impasse te doorbreken moet de politiek volgens de werkgroep “een heldere keuze maken ten aanzien van het eindmodel” . Daar hoort bij “een geloofwaardige commitment aan de beweging daarheen”. Voor wat betreft het eindmodel schetst de werkgroep twee beleidsvarianten. Variant A komt neer op een voorzieningenstelsel met zorginkoop door regionale zorginkoopkantoren. Door de terugkeer naar budgettering vormt deze variant een breuk met de recente deregulering van het zorgstelsel.
Voorkeur
Variant B voorziet in een versnelde ontwikkeling richting concurrentie. Verzekeraars worden volledig risicodragend. Het huidige systeem van risicoverevening wordt daartoe afgeschaft. Variant B betekent ook dat zorgaanbieders op termijn winst kunnen maken en uitkeren. De werkgroep meldt dat vrijwel alle partijen en personen die in het kader van de heroverweging zijn bevraagd een voorkeur voor variant B hebben.
Kostenbewustzijn
Ongeacht de keuze voor een van de varianten noemt de werkgroep enkele maatregelen die hoe dan ook noodzakelijk zijn. Om te beginnen moet het kostenbewustzijn van burgers worden vergroot door hogere eigen betalingen. De werkgroep denkt hierbij aan een verhoging van het eigen risico naar 775 euro en een eigen bijdrage van vijf euro per huisartsenbezoek.
Pakketverkleining
Daarnaast moet het verzekerde pakket aan de hand van het criterium ziektelast worden beperkt. Een aantal lichte aandoeningen kan wat de werkgroep betreft helemaal uit het pakket verdwijnen. Dit geldt ook voor dieetvoeding, hulpmiddelen als incontinentiemateriaal en gehoortoestellen, alsmede bepaalde vormen van paramedische zorg. Te samen zijn de voorstellen goed voor een besparing van 6,3 tot 6,7 miljard euro.
Governance
Op het niveau van governance pleit de werkgroep voor versterking van de positie van raden van bestuur ten opzichte van medische specialisten. De werkgroep merkt op de specialisten door hun informatievoorsprong wereldwijd zijn uitgegroeid tot de best verdienende dokters. Ook moet er meer werk worden gemaakt voor taakherschikking, waarbij gespecialiseerde verpleegkundigen dokterstaken overnemen. Het aantal afdelingen Spoedeisende Hulp (SEH) kan landelijk worden teruggebracht van van honderd naar zestig. Daarnaast moet er een nationaal instituut voor kwaliteit en transparantie in de zorg komen.