De huidige behandeling van depressies is weggegooid geld. Dat stelt klinisch psycholoog Claudi Bockting van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG). De huidige financiering maakt dat cliënten te kort behandeld worden, met massale terugval als gevolg. Dit leidt tot een verhoging van de ziektelast voor zowel de cliënt als de samenleving.
Lange termijn
Naar schatting bedragen de kosten voor de behandeling van depressie jaarlijks zo’n 660 miljoen euro. De maatschappelijke kosten in de vorm van arbeidsverzuim en lagere productiviteit bedragen nog eens 950 miljoen euro. Ondanks deze enorme bedragen wordt er volgens Bockting nauwelijks gekeken naar de kosteneffectiviteit op de lange termijn. “ Wachtlijsten en marktwerking zetten ggz-aanbieders en specialisten onder druk om behandeling snel af te ronden”, aldus Bockting. “Er wordt alleen geïnvesteerd in het nu, zonder te kijken naar de langere termijn. Daarmee verspilt de samenleving miljoenen euro’s.”
Stimulans
De invoering van DBC’s verscherpt het door Bockting gesignaleerde korte termijndenken. Aangezien aanbieders pas betaald krijgen na afronding van een behandeling, vormen DBC’s een stimulans om een behandeltraject snel af te maken. Dit geldt niet alleen voor institutionele aanbieders, maar ook voor onafhankelijke psychotherapeuten. “Deze wijze van bekostiging raakt ze direct in de portemonnee”, aldus Bockting.
Klem
Volgens Bockting zitten ggz-aanbieders klem tussen de almaar groeiende vraag naar ggz en de noodzaak om zo snel en efficiënt mogelijk te werken. Met de beperkte capaciteit moeten aanbieders kiezen tussen twee kwaden. Cliënten worden zo snel mogelijk opgelapt, zodat er meer nieuwe cliënten in behandeling kunnen worden genomen of cliënten worden langer behandeld moet als gevolg dat er meer mensen langer moeten wachten voor ze in behandeling kunnen. Bockting pleit daarom voor een separate financiering van terugvalinterventies.