Dit blijkt uit onderzoek van de Nederlandse Vereniging van Doktersassistenten (NVDA) onder werkgevers en leidinggevenden in huisartsenpraktijken, ziekenhuizen en zelfstandige behandelklinieken, uitgevoerd door Nivel.
Het onderzoek wijst uit dat doktersassistenten de helft van hun tijd besteden aan administratieve taken, terwijl de werkgevers liever zien dat doktersassistenten meer tijd krijgen voor behandeling van patiënten en voor preventie.
Steeds belangrijker
NVDA-voorzitter Linde Gonggrijp vindt het vervullen van deze wens “een maatschappelijke noodzaak; aandacht voor en financiering van preventie is zelfs een belangrijk deel van het Integraal Zorgakkoord (IZA). Het werk van de doktersassistent is steeds belangrijker en ik ben blij dat de werkgevers en leidinggevenden dit ook aangeven”.
Gonggrijp pleit voor een andere manier van opleiden: “Wij willen graag meer flexibiliteit en meer maatwerk in de opleidingen. Zodat de doktersassistenten in opleiding meer in de dagelijkse praktijk aan het werk zijn. Behalve behoud van doktersassistenten, is het nodig om meer doktersassistenten op te leiden.”
Uit het onderzoek blijkt dat de werkgevers en leidinggevenden in de huisartsenzorg behoefte hebben aan meer doktersassistenten per normpraktijk. De norm is nu gemiddeld 1 fulltime doktersassistent voor 2.095 patiënten en volgens de werkgevers en leidinggevenden moet dit gemiddeld 1,6 zijn.
Zeer tevreden
Werkgevers en leidinggevenden zijn zeer tevreden over het werk van doktersassistenten. Ze willen hen behouden voor de zorg en meer perspectief bieden op een goede toekomst. Veel werkgevers en leidinggevenden hebben problemen met het opvullen van vacatures. Zeventig procent verwacht dat dit in de komende vijf jaar nog problematischer zal worden.
Ruim 500 werkgevers en leidinggevenden van doktersassistenten in huisartsenpraktijken en 117 respondenten in ziekenhuizen en zelfstandige klinieken in Nederland hebben voor de Nivel-studie tussen april en mei 2022 twee online vragenlijsten ingevuld.