Een op de drie Achterhoekers is neerslachtig of heeft latente angst- en depressieklachten. Dat stelt de regionale gezondheidsdienst GGD Gelre IJssel vast na onderzoek onder bijna vierduizend Achterhoekers.
‘Matig risico’
Per gemeente zijn zo’n 470 mensen ondervraagd over hun leefstijl, stemmingen en achtergrond. GGD Gelre IJssel heeft vorige week de Achterhoekse gemeenten op de hoogte gesteld van de onderzoeksresultaten en de mogelijkheden om er iets aan te doen. Uit het onderzoek blijkt ongeveer vier procent van de Achterhoekers een hoog risico op een angststoornis of een depressie te hebben. Het aantal Achterhoekers met een ‘matig risico’ is aanzienlijk groter, gemiddeld 31 procent. In de regel heeft deze groep geen professionele hulp nodig om van hun somberheid en aanverwante klachten als eet, slaap of concentratiestoornissen af te komen.
Variaties
De personen in deze groep zijn vaker vrouwen dan mannen, vaker laag opgeleid en veelal zijn ze tussen de 19 en 50 jaar. Per gemeente zijn er echter variaties. Zo hebben in Berkelland vrijwel evenveel mannen als vrouwen een matig risico. In Doetinchem hebben meer 50- tot 65-jarigen een matig risico dan jongere Doetinchemers.