Psychiatrische patiënten weten als ‘ervaringsdeskundige’ vaak wat een goede oplossing is voor henzelf, maar hulpverleners maken daar nauwelijks gebruik van. Op dat gebied kan bij zorginstellingen in de Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ) nog veel verbeterd worden.
Promotieonderzoek
Dat staat in het onderzoek van Jean Pierre Wilken, lector Participatie, Zorg en Ondersteuning bij het Kenniscentrum Sociale Innovatie van Hogeschool Utrecht. Hij promoveert vrijdag hierop aan de Universiteit van Tilburg. Voor het onderzoek volgde Wilken een groep mensen met ernstige psychiatrische aandoeningen.
Mensonterend
Volgens Wilken is het belangrijk dat hulpverleners goed luisteren naar oplossingen die door cliënten zelf worden aangedragen. Als voorbeeld noemt hij een vrouw die met een psychose werd opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis. “Hoewel ze ernstig in de war was, kon ze goed verwoorden wat ze voelde. Toch werd er niet naar haar geluisterd en werd ze in de separeer opgesloten. Ze heeft dit als mensonterend ervaren dat geen enkele hulpverlener de moeite nam met haar in gesprek te gaan.”
‘Goede zorg’ volgens patiënt
Wilken bekeek voor zijn onderzoek wat de patiënten onder ‘goede zorg’ verstaan. Daaruit bleek dat een goed contact met de professional als erg belangrijk werd beschouwd. “Hulpverleners worden gewaardeerd als met hen een vertrouwensband kan worden opgebouwd, een relatie waarbij de hulpverlener de patiënt erkent als uniek individu” aldus Wilken. (ANP)