The green alternative II
Een fifty-fifty-verhouding tussen HBO- en MBO-verpleegkundigen blijkt de optimale bezettingsnorm te zijn voor het ziekenhuis van morgen. Dat komt naar voren uit twee proeftuinen die het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis (ETZ) met locaties in Tilburg en Waalwijk heeft ingericht.
Om in een vergrijzende samenleving ook na 2020 kwalitatief goede zorg te kunnen blijven bieden aan een steeds oudere patiëntenpopulatie, moet in ziekenhuizen het aantal hoger opgeleide verpleegkundigen drastisch groeien. Nu tellen ziekenhuisafdelingen vaak nog geen 25 procent HBO-geschoolde verpleegkundigen. ETZ-bestuurder Anita Wydoodt vindt daarom dat elk ziekenhuis volop moet investeren in de ontwikkeling van het verpleegkundig beroep. “Elke bestuurder moet van verpleegkundigen houden”, aldus Wydoodt. “Het belang van het verpleegkundig beroep kan niet worden overschat.”
Met dit vertrekpunt heeft het ETZ het afgelopen jaar een experiment uitgevoerd. Op de afdelingen neurologie en chirurgie is een werkwijze ingevoerd gebaseerd op een duidelijk onderscheid tussen een HBO- en een MBO-verpleegkundige. De mix kan verschillen per afdeling, maar uit de twee proeftuinen blijkt een 50-50 verdeling ideaal te zijn, aldus het ETZ.
Beide niveaus werken aan het bed van de patiënt. De HBO’er heeft daarbij een coachende rol. Ook moet de HBO’er klinisch kunnen redeneren en er op toezien dat er wordt gewerkt volgens de vastgestelde methoden. Voor de MBO-verpleegkundigen blijven taken en verantwoordelijkheden hetzelfde. Het ETZ kiest ervoor geen onderscheid te maken in complexiteit van de zorg: alle verpleegkundigen zorgen voor alle patiënten.
Weerstand
Hoewel de werkwijze met aparte verpleegkundige functieprofielen in het begin weerstand opriep, is de uitkomst van de twee proeftuinen positief, aldus zorgmanager Rita Arts van het ETZ. Veel MBO‘ers melden zich inmiddels aan voor een doorgroeitraject, waarin ze op kosten van het ziekenhuis kunnen gaan studeren. Zowel MBO-verpleegkundigen als HBO’ers komen beter tot hun recht in de nieuwe werkwijze, blijkt uit de proeftuin.
Navolging
De Tilburgse aanpak verdient landelijke navolging, vindt directeur chronische zorg Marianne Lensink van Zorgverzekeraars Nederland (ZN). Ook Marieke Schuurmans, naast hoogleraar tevens verpleegkundig adviseur van de minister van VWS, toonde zich “zwaar onder de indruk”. “Geweldig hoe de medewerkers van het ETZ, van hoog tot laag, de proeftuinen hebben gedragen. Dat is nodig, want de rol van de verpleegkundigen gaat de komende jaren immers drastisch veranderen.”
Hans Schoo, hoofdinspecteur curatieve zorg van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ), vindt wel dat de werkwijze de patiënt iets moet opleveren. Volgens Wilma Jackson, manager leerhuis van het ETZ, is deze meerwaarde is aantoonbaar. “Die zit bijvoorbeeld in het feit dat complexe aandoeningen bij een patiënt beter en eerder worden onderkend.”