In een door de farmaceut Jansen gesponsorde bijlage in het vakblad Huisarts & Wetenschap braken artsen onlangs een lans voor nieuwe diabetesmiddelen. Ook uiten zij kritiek op de richtlijn van de richtlijn van het Nederlandse Huisartsen Genootschap (NHG), waarin juist ontraden wordt om nieuwe diabetesmedicijnen voor te schrijven. Huisarts & Wetenschap is het maandblad van het NHG.
Dit blijkt uit onderzoek van Zembla.
De farmaceutische industrie heeft de afgelopen jaren verschillende nieuwe diabetesmedicijnen op de markt gebracht. Onder artsen en deskundigen is daar veel discussie over. Zo zouden ze niet beter werken, maar zijn ze wel veel duurder omdat ze onder patent zijn. Ook is nog niet bekend wat op lange termijn de bijwerkingen van de nieuwe middelen zijn. Er zijn aanwijzingen dat ze een verhoogd risico geven op alvleesklier-ontsteking/-kanker en hartfalen. Reden voor het NHG om de nieuwe medicijnen niet in de eigen richtlijn op te nemen.
Volgens het farmaceutisch bedrijf Janssen, dat de bijlage financierde, zijn de geïnterviewde artsen in de bijlage niet door hen betaald. Wel hebben twee Nederlandse artsen uit de bijlage in 2012 en 2013 geld ontvangen van verschillende farmaceutische bedrijven voor lezingen en advieswerk, zo blijkt het Transparantie Register.
Tegenhouden
Volgens NHG-voorzitter Rob Dijkstra zijn advertenties en commerciële bijlages nodig om het vakblad te kunnen financieren. Toch zegt hij: “Achteraf gezien, als we kijken naar de tekst die er in staat, hadden we het natuurlijk moeten tegenhouden.” Tegelijkertijd constateert hij dat huisartsen geen hogere abonnementsprijs willen betalen voor een blad zonder advertenties.
De controverse over de nieuwe middelen lijkt weinig invloed te hebben op het voorschrijfgedrag van artsen. Volgens de Stichting Farmaceutische Kengetallen krijgt 9 procent van de diabetespatiënten één van de dure nieuwe middelen. Dat drukt op het budget van de gezondheidszorg, want 70 procent van al het geld dat aan diabetesmiddelen wordt besteed, exclusief insuline, gaat naar de nieuwe middelen. In 2014 was dat zo’n 34 miljoen euro.