De begeleiding van homo’s en lesbiennes met een verstandelijke beperking laat behoorlijk te wensen over. Vooroordelen en gebrek aan goede kennis bij professionals in de gehandicaptenzorg spelen vaak een rol. Dit blijkt uit onderzoek van de Hogeschool Windesheim, in opdracht van COC Amsterdam.
Handelingsverlegen
Homo’s en lesbo’s met een verstandelijke beperking maken deel uit van een ‘dubbele minderheid’: ze hebben zowel een verstandelijke beperking én ze zijn homoseksueel. De zorgvragen die zij hebben verschillen niet wezenlijk van heteroseksuelen met een beperking. Toch blijken professionals binnen de gehandicaptenzorg vaak ‘handelingsverlegen’ met betrekking tot het thema seksualiteit. “Het openlijk bespreken van seksualiteit vindt men lastig, laat staan homoseksualiteit”, aldus voorzitter Dennis Boutkan van COC Amsterdam.
Geen aandacht
Ook toont het onderzoek aan dat zorgverleners minder graag begeleiding geven aan homoseksuele cliënten. Daarbij zijn instellingen zijn vaak reactief en wachten af waar de cliënt zelf mee komt. In protocollen van instellingen is weinig informatie beschikbaar over homoseksualiteit. Diezelfde lacune doet zich voor in de opleiding voor gehandicaptenzorg, waar nauwelijks aandacht is voor seksuele diversiteit.
Professionele opstelling
COC Amsterdam vindt dat er meer aandacht moet komen voor seksuele diversiteit in de instellingen en de opleiding. “Het behoort tot je opstelling als professional, dat je informatie hebt over de zorgbehoefte van je cliënt”, aldus Boutkan. Begeleiders zelf vinden ook dat er meer aandacht moet komen voor dit thema. Ook pleit COC Amsterdam voor het doorbreken van het taboe op praten over (homo)seksualiteit.
Activiteiten
COC Amsterdam wil verder dat de sociale activiteit Café Oké opgenomen wordt in het aanbod van de instellingen. Landelijk zijn er vijftien van deze vaste bijeenkomsten voor homo’s en lesbo’s met een verstandelijke beperking. “Uit ervaring weten we dat niet iedere zorginstelling ons wil opnemen in het aanbod, hiermee doen ze hun cliënten tekort”, aldus Dennis Boutkan.