De zorg voor mensen met een verstandelijke beperking is verbeterd. Dat stelt de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) in haar rapport over de gehandicaptenzorg dat vandaag verschijnt. Dit rapport is een vervolg op het inspectie-onderzoek uit 2007.De Inspectie zegt dat het rapport geen representatief beeld geeft van de gehandicaptenzorg.
Verbeterplannen
Na deze verbeterslag presteert nog 18% (13 van de 72 instellingen) onder de maat. Daarentegen hebben 46 van de 72 instellingen hun zorg nu op orde. De onderzochte instellingen presteren vooral beter op deskundigheid van personeel en diagnostiek.
Na het onderzoek in 2007 moest driekwart van de toen 96 onderzochte instellingen verbeterplannen maken op één of meerdere risicopunten. In 2008 bezocht de inspectie deze instellingen opnieuw. Voor dit vervolgonderzoek analyseerde de inspectie 72 rapporten.
Het aantal punten waarop instellingen een zeer hoog risico scoorden is met negentig procent afgenomen. Het gaat nu nog om dertien instellingen die de zorg op één of twee risicopunten verder moeten verbeteren. Verbeteringen zijn in deze instellingen al wel in beleid vertaald, maar de cliënten moeten de verbeteringen nog gaan merken in de dagelijkse praktijk.
Onder de maat
Dertien instellingen presteren nu nog op een aantal risicopunten onder de maat, wat betekent dat zij op drie of meer risicopunten matig tot zeer hoog risico scoren. In het rapport wordt nog over dertig instellingen gesproken, maar in de tussentijd hebben deze instellingen dusdanige verbeteringen doorgevoerd dat zij niet meer tot deze categorie behoren. Dit licht IGZ-woordvoerder Wouter van der Horst desgevraagd toe.
Verbeteringen
Het doel van het vervolgonderzoek was inzicht te krijgen in verbeteringen op acht risicoaspecten. Het rapport geeft geen representatief beeld van de gehandicaptenzorg als geheel, maar toont de verbeterkracht van de bezochte instellingen en mogelijke succes- en faalfactoren. De onderzochte instellingen scoren nu vooral beter op de risicoaspecten deskundigheid van personeel en diagnostiek en signalering. De IGZ constateert verder dat goede communicatie tussen management, medewerkers, cliënten en vertegenwoordigers cruciaal is om verbeteringen in kwaliteit van zorg te bereiken. Ook loont het om te investeren in de deskundigheid van medewerkers.
Risico’s
De nog bestaande risico’s hebben vooral te maken met het gebruik van vrijheidsbeperkende maatregelen en de continuïteit van zorg. De IGZ blijft de voortgang van de 26 instellingen die de zorg nu nog niet volledig op orde hebben volgen. Deze instellingen moeten opnieuw verbeterplannen maken en uitvoeren. De inspectie brengt op dit moment extra bezoeken aan deze instellingen en verscherpt zo nodig het toezicht.
Historie
In 2006 en 2007 intensiveerde de IGZ het toezicht op de 24-uurszorg aan mensen met een verstandelijke beperking. Dit naar aanleiding van aanhoudende verontrustende signalen over een tekortschietende kwaliteit van de zorg aan mensen met een verstandelijke beperking. In 2004 en 2005 uitte de IGZ in verschillende rapporten al haar bezorgdheid. In 2006 besloot de staatssecretaris geld beschikbaar te stellen aan de IGZ voor extra toezichtbezoeken. De IGZ constateerde eind 2007 dat de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking in een kwart van de 96 bezochte 24-uursinstellingen ernstig tekort schoot. In de helft van de instellingen moest de zorg op één of twee risicopunten verbeteren, maar kon de situatie met enige inspanningen weer op orde komen. In een kwart was ten tijde van het onderzoek de zorg op orde.
Lees hier het rapport ‘Verbeterkracht gehandicaptenzorg in beeld’
Bekijk hier het overzicht bezochte organisaties