De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) stelt zich in haar jaarverslag teweer tegen bemoeizucht en de verharding van het maatschappelijke klimaat. Deze trend zet de kwaliteit van de handhaving onder druk. Ook waarschuwt de IGZ voor onrealistische en tegenstrijdige verwachtingen.
Diskrediet
Een van de conclusies in het jaarverslag is dat het maatschappelijke klimaat guurder wordt. Dit blijkt volgens de IGZ ondermeer uit de manier waarop veldpartijen de Inspectie bij tijd en wijle in diskrediet proberen te brengen. “Zorgaanbieders en koepelorganisaties schakelen in toenemende mate methodologen in om rapporten van de IGZ te toetsen”, aldus de IGZ. “Advocaten en juristen fileren de rapporten en maatregelen van de IGZ en gebruiken alle middelen die ze hebben om inspectiebemoeienis te keren, hun cliënten te vrijwaren van reputatieschade en soms ook de IGZ in diskrediet te brengen.”
‘Strenger optreden’
De IGZ constateert daarnaast dat stakeholders de werkwijze en prioriteiten van de Inspectie in toenemende mate proberen te sturen. “Nu de IGZ zich steeds meer tot ‘public service’ ontwikkelt en handhavingsplannen en -resultaten actief openbaar maakt, hebben velen de neiging om zich daarmee te bemoeien”, aldus de Inspectie. “Vanuit de politiek en bewindslieden klinkt de roep om strenger optreden. Vanuit de veldpartijen klinkt de roep om niet teveel tegelijk te willen verbeteren in instellingen en niet in een zo hoog tempo. Vanuit de patiënten- en consumentenorganisaties klinkt de roep om een harde aanpak.”
Deze toenemende druk en tegengestelde belangen tasten de onafhankelijkheid van de Inspectie aan en vormen daarmee volgens de Inspectie een bedreiging voor de kwaliteit van de handhaving.
Onrealistisch
De IGZ verweert zich in het jaarverslag ook tegen onrealistische verwachtingen. “Het beeld bestaat dat in de zorgsector de inspectie overal aanwezig kan zijn, alles ziet, vele incidenten kan voorkomen en direct verbeteringen kan afdwingen als de kwaliteit van zorg onvoldoende is en dat de inspectie in de zorg risico’s op fouten en schade kan uitbannen”, aldus de IGZ. “Dat beeld is niet realistisch; de verwachtingen over de mogelijkheden van de inspectie zijn in het algemeen te hoog gespannen.” De Inspectie is en blijft “een relatief kleine organisatie met beperkte middelen, belast met toezicht op een groot, zeer divers en snel veranderend veld”.