Topinkomens in de publieke en semipublieke sector moeten al per 1 januari worden teruggebracht naar de hoogte van een ministerssalaris. Het kabinet heeft het wetsvoorstel dat dit regelt naar de Raad van State gestuurd, zei minister Ronald Plasterk van Binnenlandse Zaken vrijdag.
Nu ligt de limiet nog op 130 procent van een ministerssalaris. Vanaf 1 januari wordt het maximumsalaris voor bestuurders in de (semi-) publieke sector 144.108 euro. Dat kan met onkosten en pensioenbijdrage oplopen tot een inkomen van 177.410 euro. Volgens Plasterk is dat nog altijd een “knap en fatsoenlijk salaris”. Hij is er niet bang voor dat goede bestuurders zich vanwege het salaris massaal afwenden van de (semi-) publieke sector. “Er zal eens een enkeling naar Wall Street vertrekken. Wie wil, moet dat doen.”
Uitzonderingen
Het nieuwe maximum geldt voor nieuwe bestuurders. Voor huidige bestuurders die boven de norm zitten, gaat een overgangsperiode gelden. Zij moeten hun salaris na vier jaar in stappen minderen tot de norm. Er is ook ruimte voor individuele uitzonderingen, maar volgens Plasterk zal dat niet meer zijn dan een handvol. Het kabinet moet daar toestemming voor geven. Waar die uitzonderingen mogelijk zijn, wilde hij niet zeggen.
Nu verdienen bijvoorbeeld meerdere topfunctionarissen binnen De Nederlandsche Bank (ruim) meer dan 130 procent van het ministerssalaris. Of dat zo blijft “is nog maar de vraag”, aldus Plasterk.
Spoedadvies
Na de verlaging naar 100 procent wil het kabinet de volgende stap nemen, door niet alleen bestuurders maar alle functionarissen in de (semi-)publieke sector onder de wet te brengen. Plasterks wetsvoorstel is nu voor een spoedadvies naar de Raad van State. Plasterk hoopt het voor de zomer in de Tweede Kamer te hebben behandeld. (ANP)