Het Oogziekenhuis in Rotterdam mag nieuw op te richten filialen een winstopslag in rekening brengen. Ook ziet minister Klink van Volksgezondheid geen probleem als het Oogziekenhuis op deze manier het eigen vermogen vergroot. Dit blijkt uit het antwoord van de minister op vragen van Kamerlid Van Gerven (SP).
Franchiseformule
Het Oogziekenhuis Rotterdam heeft plannen om circa twintig gespecialiseerde filialen voor oogzorg te openen in andere ziekenhuizen in Nederland. Binnen deze franchiseformule zullen deelnemende ziekenhuizen vier tot vijf procent van de omzet die door de oogafdelingen gemaakt wordt afdragen aan het oogziekenhuis. Het gaat hierbij naar verwachting om enkele miljoenen euro.
Winstverbod
Volgens de SP staat deze opzet op gespannen voet met het winstverbod in de zorg. Minister Klink ziet echter niets in een verbod op de franchiseformule, zoals de SP wil. “Het Oogziekenhuis heeft laten weten de opbrengst te gebruiken om hun zorg verder te innoveren, gelden blijven zo behouden voor de zorg”, stelt Klink in antwoord op de vragen van Van Gerven. Klink wijst er daarnaast op dat het Oogziekenhuis kosten heeft moeten maken om het franchisemodel te ontwikkelen. “Het Oogziekenhuis geeft aan dat ook met het ontwikkelen en onderhouden van deze vorm van kennisuitwisseling kosten gepaard gaan”, aldus Klink. “Die worden verrekend met de franchisenemers.”
Geen verband
Klink onderstreept dat er geen verband bestaat tussen de beloning van de raad van bestuur en de oogartsen enerzijds en de resultaten van de franchise anderzijds. Op de vraag wat de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) van de franchiseformule vindt, moet Klink het antwoord vooralsnog schuldig blijven. “De NZa kan pas een gefundeerde uitspraak doen over de markttechnische en bedrijfseconomische aspecten als de exacte structuur en voorwaarden van de het franchiseconcept bij hen bekend zijn”, aldus Klink.