Minister Schippers van VWS laat het belang van het ziekenhuis zwaarder wegen dan het belang van de zwangere door het aan de ziekenhuizen over te laten of zij acute verloskundige zorg willen concentreren of niet. Dat stelt de Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen.
Concentratie acute verloskundige zorg
Zwangeren moeten volgens de beroepsvereniging op tijd in het ziekenhuis terecht kunnen wanneer er sprake is van een medische indicatie. Nu de minister vindt dat ziekenhuizen mogen bepalen of zij acute verloskundige zorg willen concentreren of niet, komt de continuïteit van de verloskundige zorg in het geding, stelt de KNOV. De beroepsvereniging is hier tegen. Minister Schippers maakte haar standpunt bekend in haar antwoord op Kamervragen op 9 februari.
Bereikbaarheidsnorm
De bereikbaarheidsnorm van 45 minuten komt in gevaar in de regio’s Almelo/Hengelo, Meppel en Oost-Groningen, aldus de KNOV. De beroepsvereniging vindt het opvallend dat de minister stelt dat dit niet het geval is. Op dit moment lopen discussies over concentratie van verloskundige zorg bij de ziekenhuizen, onder andere in Almelo/Hengelo, Meppel en Oost-Groningen. Hierover zijn door verschillende Kamerleden vragen gesteld.
Volgens de KNOV is het cruciaal dat de verantwoordelijkheid voor de besluitvorming over concentraties voortaan niet meer alleen bij ziekenhuizen wordt gelegd. “Het is een gezamenlijke en gedeelde verantwoordelijkheid van alle betrokken ketenpartners, waarbij enige sturing vanuit het ministerie van VWS noodzakelijk is”, aldus de KNOV op haar website.
Kanttekeningen
De beroepsvereniging plaatst meerdere kanttekeningen bij de antwoorden van de minister op de Kamervragen:
De minister vergeet dat in de bereikbaarheidsnorm ook de tijd voor rijden naar de “plek des onheils” en het inladen van de zwangere is opgenomen. De reistijd van “plek des onheils” naar ziekenhuis die overblijft is dan circa 20 minuten. De minister lijkt echter te rekenen met 45 minuten en maakt daarnaast geen onderscheid tussen de ambulance die een reistijd heeft van 20 minuten en een zwangere die met eigen auto naar het ziekenhuis gaat. Daarnaast zegt de Stuurgroep Zwangerschap en geboorte dat het ziekenhuis al tijdens het ambulancevervoer kan beginnen met de voorbereidingen voor de spoedbevalling.
De minister gaat ervan uit dat niet de langere aanrijtijd door de concentratie, maar de last minute verwijzing een probleem is. Dit probleem is echter niet zo groot als gedacht. Zwangeren willen ook niet dat zij weken van tevoren verplicht worden opgenomen in het ziekenhuis. Overigens is een hoog risico-zwangere al verwezen naar de gynaecoloog. Zij heeft met haar hogere risico bij concentratie ook problemen om bij spoedsituaties op tijd in het ziekenhuis te komen.
De minister geeft aan dat er geen normen bestaan voor het minimumaantal bevallingen op jaarbasis per ziekenhuis. Daarmee neemt de minister afstand van de ziekenhuizen, die stellen dat dergelijke normen wel zouden bestaan.