De kwaliteit van eerstelijns zorginstellingen binnen de Defensie Gezondheidszorg Organisatie (DGO) staat onder druk omdat een adequaat kwaliteitssysteem, protocollen en interne audits en visitaties ontbreken. Over het geheel gezien voldoet de Nederlandse militaire gezondheidszorg wel aan de kwaliteitseisen.
Dat blijkt uit het jaarverslag van de Inspectie Militaire Gezondheidszorg (IMG). Volgens de IMG is de vertraagde reorganisatie een belangrijke oorzaak voor de kwaliteitsproblemen. Hierdoor is de geplande oprichting van het Eerstelijns Gezondheidszorg Bedrijf (EGB) per 1 januari 2014 uitgesteld. Het EGB moet alle taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de walziekenboegen en de gezondheidscentra van de operationele commando’s overnemen. Ook borgt het EGB de kwaliteit van zorg.
Reorganisatie centraal
De IMG concludeert dat de reorganisatie en de consequenties hiervan voor de zorgverlening op de eerstelijns gezondheidscentra centraal stonden, zoals het geleidelijk aan teruglopen van de personele bezetting, het niet meer in de pas lopen van de diverse reorganisaties binnen de gezondheidszorg, gesignaleerde onrust onder het personeel en het gebrek aan stafcapaciteit voor de kwaliteitsborging. Alleen de stafartsen van het Commando Luchtstrijdkrachten kennen nog een HKZ-certificering waarvoor audits verplicht zijn voorgeschreven. Ook wordt de nieuwbouw op een aantal locaties later dan gepland in gebruik genomen, terwijl oude gebouwen niet meer aan de kwaliteitseisen voldoen. In een brief aan de Tweede Kamer schrijft Defensie-minister Jeanine Hennis-Plasschaert dat bestaande problemen op de agenda van het periodieke overleg tussen de IMG en de commandant van de DGO blijven staan.
Reguliere zorg op orde
Uit het jaarverslag valt ook op te maken dat diverse aandachtspunten uit het jaarverslag van 2013 goed zijn opgepakt en daardoor de operatiekamers van het Centraal Militair Hospitaal weer aan de kwaliteitseisen voldoen. Verder zijn logistieke problemen met betrekking tot de bevoorrading van (operationele) zorginstellingen structureel aangepakt. Ook is de reguliere zorg in Nederland en de operationele medische zorgverlening voor Nederlandse militairen in Noord-Afghanistan en Turkije in het algemeen op orde.