De huidige Mededingingswet is voor zorgaanbieders complex en onvoldoende scherp. Niet alleen ontstaat hierdoor teveel ruimte voor interpretatie, ook wordt de samenwerking tussen zorgaanbieders afgeremd. Dit concludeert Frieslab dat in opdracht van het ministerie van VWS onderzoek doet naar knelpunten in de zorg.
Onzeker
Programmamanager Sanja Bouman van Frieslab adviseert de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) meer duidelijkheid te bieden. “VWS stimuleert ketensamenwerking, maar samenwerking waarbij concurrentie wordt beperkt is verboden”, aldus Bouman. “Hoe krijg je een sluitende keten van preventie, welzijn, cure en care als je niet mag samenwerken? Voor zorgaanbieders en gemeenten is vaak niet helder wat wel en wat niet mag. Het systeem is nu zo dat de NMa pas achteraf toetst of een samenwerking is toegestaan, met alle risico’s van dien. Dat maakt zorgaanbieders onzeker en remt de samenwerking in de zorg. Het zou goed zijn wanneer aanbieders eenvoudiger vooraf advies kunnen krijgen over de zienswijze van de NMa.”
‘Slag om de arm’
Advies vooraf blijkt volgens Frieslab lastig. Frieslab legde de NMa een aantal mogelijke samenwerkingsvormen voor gebaseerd op de Friese praktijk. Volgens Bouman hield de NMa in haar reactie “vele slagen om de arm”. Dit staat haaks op het ferme optreden van de NMa tegen enkele Friese thuiszorgaanbieders. Wegens overtreding van de Mededingingswet legde de NMa een miljoenenboete op. In het rapport “Keten of kartel” pleit Frieslab daarom voor een monitor die eenvoudig toepasbaar is en duidelijke informatie oplevert over de vragen die de NMa bij toetsing stelt.