Het aantal medicatiefouten bij spoedopnames van 65-plussers kan met 80 procent gereduceerd worden. Dat constateert TNO-dochter CBO na de invoering van een internationale standaardwerkwijze voor medicatieverificatie.
Richtlijn
De internationale standaardwerkwijze, die ontwikkeld is onder leiding van de World Health Organisation (WHO), maakt het ondermeer mogelijk om binnen vierentwintig uur na een spoedopname een actueel medicatieoverzicht van iedere patiënt beschikbaar te hebben. Daarmee geeft het protocol concreet invulling aan de aangescherpte richtlijn medicatieoverdracht. Skipr berichtte recentelijk dat veel ziekenhuizen worstelen met de toepassing van deze medicatierichtlijn.
Sleutelfactoren
Het CBO-project in elf ziekenhuizen, dat gefinancierd is door het ministerie van VWS, geeft een duidelijk beeld van de sleutelfactoren voor een veilige medicatieoverdracht. Zo is het van groot belang dat de uitvoering van en verantwoordelijkheid voor de medicatieuitvraag bij de patiënt eenduidig zijn geregeld. Dit kan bijvoorbeeld door deze onder te brengen bij de ziekenhuisapotheek, meer in het bijzonder een apothekersassistent. Ook de betrokkenheid van patiënten speelt een cruciale rol. “Omdat het individuele innamepatroon en de medicatietrouw erg kunnen afwijken van wat de dokter heeft voorgeschreven of van wat bij de stadsapotheek bekend is, is het gesprek met de patiënt over zijn of haar medicijngebruik een must”, zegt CBO-projectleider Erica van der Schrieck-De Loos.
Bredere toepassing
Het CBO hoopt dat het project met oudere patiënten de opmaat is voor bredere toepassing van het medicatieprotocol. “Als je de medicatieoverdracht voor deze moeilijke groep patiënten, die vaak veel medicijnen naast elkaar gebruiken, op orde hebt, kun je deze standard operating procedure makkelijk toepassen op alle medicatieoverdrachtsmomenten in het ziekenhuis”, gelooft Van der Schrieck-De Loos.