De helft van de nieuwe geneesmiddelen heeft geen toegevoegde therapeutische waarde. Dat concluderen Stichting Wemos en de European Public Health Alliance (EPHA) op basis van een studie in Nederland, Duitsland en Frankrijk. Volgens de onderzoekers zijn nieuwe geneesmiddelen soms zelfs schadelijker voor de gezondheid.
Met het Nederlandse Geneesmiddelenbulletin als leidraad keken de onderzoekers naar 112 nieuwe geneesmiddelen die de afgelopen veertien jaar op de Nederlandse markt zijn toegelaten. Vijftig procent van de nieuwe geneesmiddelen had blijkens de beoordeling in het geneesmiddelenbulletin geen toegevoegde waarde en 45 procent had een twijfelachtige toegevoegde waarde. Slechts 4 procent werd beoordeeld als zijnde een nuttig geneesmiddel. De onderzoekers verbazen zich erover dat niettemin bijna al deze middelen worden vergoed door de zorgverzekeraars.
Als voorbeeld haalt Wemos het antidepressivum valdoxan aan, ook wel bekend onder de stofnaam agomelatine. Volgens het Geneesmiddelenbulletin heeft het middel geen bewezen voordelen boven andere antidepressiva. Zelfs de werkzaamheid in vergelijking met een placebo is niet overtuigend aangetoond. Wel zijn er over het geneesmiddel leverbeschadigingen gerapporteerd –zo stelt Wemos- waarvan vier met fatale afloop. Desondanks verlengde het Europees Medicijn Agentschap de registratie van het geneesmiddel met vijf jaar.
Perverse prikkel
Wemos wijst er op dat het onder de huidige wetgeving niet vereist is dat een nieuw geneesmiddel beter werkt dan een bestaand geneesmiddel om het tot de Europese markt toe te laten. Wemos en EPHA pleiten ervoor dat er bij het beoordelen van nieuwe geneesmiddelen veel nadrukkelijker wordt gekeken naar toegevoegde therapeutische waarde. Omdat dit nu niet het geval is, is er sprake van een perverse prikkel om geneesmiddelen te ontwikkelen die nauwelijks iets toevoegen aan hun voorganger, vinden Wemos en EPHA. Voor de ontwikkeling van geneesmiddelen waar veel behoefte aan is, zoals nieuwe antibiotica, is zodoende nauwelijks aandacht. “Alleen met grote geldbedragen, afkomstig van publieke fondsen, is de farmaceutische industrie over te halen om dergelijke essentiële geneesmiddelen te ontwikkelen”, constateren Wemos en EPHA.
Twee keer betalen
“De Europese burger krijgt geen waar voor zijn geld en betaalt twee keer”, stelt Annelies den Boer, van Wemos. “Via verzekeringspremies voor geneesmiddelen die niets toevoegen en via belastingen voor de ontwikkeling van geneesmiddelen die we wel nodig hebben.”
De bevindingen van Wemos en EPHA staan haaks op de noodkreet die de farmaceutische branchevereniging Nefarma liet horen. Volgens Nefarma komt de ontwikkeling van nieuwe medicijnen in het gedrang komt door het farmaceutische voorkeursbeleid. Door de nadruk op kostenbeheersing zouden Nederlandse artsen steeds minder nieuwe medicijnen voorschrijven, aldus Nefarma, terwijl deze maar een fractie van de medicijnkosten zouden veroorzaken en een remedie bieden voor ongeneesbare aandoeningen.