Dat blijkt uit een analyse van de NZa. Op basis van de productiedata van vier grote zorgaanbieders heeft de zorgautoriteit woensdag een eerste indicatie van de effecten van corona op de wijkverpleging tot en met 24 april van dit jaar bekendgemaakt. Op het dieptepunt lag het aantal uren geleverde zorg negentien procent lager dan normaal.
Instroom en uitstroom
Oorzaak is een combinatie van factoren: minder instroom uit het ziekenhuis, minder instroom vanuit de huisarts, minder uitstroom door afname van instroom naar het verpleeghuis, maar ook meer uitstroom doordat mensen geen zorg meer willen ontvangen of doordat de zorg is afgeschaald.
Het gemiddeld aantal uren geleverde zorg per week daalde licht. Zorgaanbieders vertellen de NZa dat zij in overleg met hun cliënten maatwerk hebben geleverd. Daarbij vallen een aantal dingen op, meldt de NZa: “De meeste cliënten behouden tijdens de crisisweken hetzelfde aantal uren geleverde zorg. Dat geldt in het bijzonder voor de groep cliënten die meer dan acht uur zorg per week ontvangt.”
Impact aanbieders
De impact voor aanbieders van wijkverpleging verschilt per regio: de noordelijke provincies kennen minder terugval in zorg dan de zuidelijke provincies. Inmiddels start de zorg overal weer op. Er vinden steeds meer behandelingen in het ziekenhuis plaats. Huisartsen zien meer patiënten en verwijzen door naar de wijkverpleging, aldus de NZa.