for article DFZ 2014/04, Finances Publikationsname / Publikationsnummer / E-Tag TT.MM.JJJJ (optional)
Nederland geeft van alle OESO-landen het meeste geld uit aan langdurige zorg en meer dan gemiddeld aan de totale zorg. De Nederlandse uitgaven aan ziekenhuiszorg zijn gemiddeld, in vergelijking met andere OESO-landen. Dit blijkt uit het rapport ‘Health at a Glance 2017’ van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO).
De OESO is een samenwerkingsverband van 35 landen dat als doel heeft om sociaal en economisch beleid te bespreken, te bestuderen en te coördineren. In het rapport worden de gegevens over de gezondheidszorg in de landen met elkaar vergeleken. Van het totale budget voor de zorg geeft Nederland 24 procent uit aan langdurige zorg. Het gemiddelde voor alle OESO-landen is slechts 8 procent, met uitschieters naar beneden van 1 procent in Griekenland, Israël, Hongarije en Polen. Turkije en Mexico geven zelfs helemaal niets uit aan langdurige zorg.
Verhoudingsgewijs gaat het meeste zorggeld in Nederland naar ziekenhuizen: die konden rekenen op 38 procent van het totale zorgbudget in ons land, wat ook het OESO-gemiddelde is. In Turkije ontvingen ziekenhuizen maar liefst 53 procent van het totale bedrag dat aan zorg werd uitgegeven. Mexico staat onderaan de lijst met 26 procent.
Langdurige zorg
Door de relatief hoge uitgaven aan langdurige zorg heeft Nederland meer bedden in deze branche dan gemiddeld in OESO het geval is. Het aantal plekken in onder meer verpleeghuizen bedraagt 87 per duizend 65-plussers. Het gemiddelde in OESO-verband is vijftig, met uitschieters naar beneden van minder dan twintig bedden per duizend 65-plussers in Italië, Letland, Polen en Turkije.
Nederland telt veel minder mantelzorgers dan het OESO-gemiddelde. Tegelijkertijd neemt opmerkelijk genoeg het aantal betaalde krachten in de langdurige zorg in ons land af, wellicht als gevolg van de bezuinigingen op de langdurige zorg. Dit ondanks de forse toename van de doelgroep die het meest in aanmerking komt voor langdurige zorg, namelijk 80-plussers.
Mensen in Nederland worden een jaar ouder dan gemiddeld in OESO-landen: 81,6 jaar tegen 80,6 jaar. Dit komt doordat minder mensen roken én doordat de behandeling van bijvoorbeeld hartaandoeningen steeds beter wordt. Terwijl in de meeste OESO-landen ischemische hartziekte de belangrijkste doodsoorzaak blijft, geldt dit voor Nederland niet. De sterfte als gevolg van de aandoening is met meer dan 70 procent afgenomen sinds 1990. Het OESO-gemiddelde is 50 procent.
De tweede belangrijkste doodsoorzaak in OESO-verband is kanker. In landen als onder meer Nederland, België, Frankrijk en Denemarken is kanker zelfs de belangrijkste doodsoorzaak. Volgens de OESO-onderzoekers kan dit verklaard worden uit het feit dat sterfte-aantallen als gevolg van voornamelijk hartaandoeningen harder dalen dan de aantallen doden als gevolg van kanker.
Zorg per inwoner
De Verenigde Staten geven het meeste geld uit aan zorg per inwoner: ruim 9800 Amerikaanse dollar. Daarna volgen Zwitserland (ruim 7900 Amerikaanse dollar) en Luxemburg (bijna 7500 Amerikaanse dollar). Nederland staat op de achtste plek, met bijna 5400 Amerikaanse dollar per inwoner aan uitgaven. Gemiddeld geven OESO-landen ruim 4000 Amerikaanse dollar per inwoner uit aan de gezondheidszorg.
De VS geeft ook gerekend als percentage van het bruto binnenlands product (BBP) het meeste uit aan zorg: namelijk zo’n 17 procent. Nederland staat ook in dit overzicht op de achtste plek, met 10,5 procent. Het OESO-gemiddelde is 9 procent. Overigens neemt de Nederlandse overheid hiervan meer dan 80 procent voor haar rekening en betalen burgers de rest uit eigen zak. De Amerikaanse overheid draagt ongeveer de helft van de kosten van de zorg in eigen land.