De Nederlandse uitvinder van de kunstnier, professor dr. Willem Johan Kolff (1911), is in zijn woonplaats Newton Square (Verenigde Staten) overleden. Kolff vond in 1942 in Kampen de kunstmatige nier uit, de voorloper van de hedendaagse dialyse.
Pionier
Dit heeft de in Kampen gevestigde Willem Kolff Stichting donderdag gemeld. De professor werkte in de oorlog in het Stadsziekenhuis in Kampen en ging daar op zoek naar een behandelmethode voor nierfalen.
Onderscheidingen
Kolffs kunstmatige nier van 1942 werd het eerste succesvolle kunstmatige orgaan ter wereld. In 1950 emigreerde hij naar de Verenigde Staten waar hij zich verder toelegde op de ontwikkeling van kunstorganen. In 1956 vond Kolff in de Verenigde Staten het kunsthart uit. Kolff kreeg voor zijn werk dertien eredoctoraten en 127 onderscheidingen uit de hele wereld. Hij werd vier keer genomineerd voor de Nobelprijs, maar die won hij niet. In 1990 riep het Amerikaanse tijdschrift ‘Life’ hem uit tot één van de honderd belangrijkste personen van de twintigste eeuw.
Improviseren
Kolff moest improviseren met eenvoudige middelen om in oorlogstijd de eerste kunstnier te bouwen. Zo ontstond zijn kunstmatige nier uit een waterpomp van een T-Ford, een aluminium trommel uit een neergeschoten Duitse bommenwerper en cellofaan van de plaatselijke worstendraaier. Op 11 september 1945 redde hij hier het leven van de eerste patiënt mee.
Museum
In Kampen is in november vorig jaar zijn oude werkkamer in het voormalige Stadsziekenhuis als museumkamer ingericht. Kolff wil dat zijn as wordt uitgestrooid in Kampen. Dat zal vermoedelijk in het voorjaar gebeuren.