Om kennis en expertise snel te kunnen uitwisselen moeten zorgaanbieders hoog-specialistische geestelijke gezondheidszorg (ggz) in netwerken verankeren. Dat adviseert de Gezondheidsraad aan minister Schippers.
De Gezondheidsraad onderkent dat er in de ggz, net als in de somatische zorg, patiënten zijn met dusdanig ingewikkelde, zeldzame of moeilijk behandelbare klachten dat er een beroep gedaan moet worden op behandelaren met zeer gespecialiseerde kennis. Daarmee is hoog-specialistische ggz niet alleen een noodzakelijk onderdeel van het totale ggz-aanbod, maar speelt het ook een belangrijke rol bij kennisontwikkeling en -implementatie.
Uitwisselen
Om de kracht van hoog-specialistische ggz optimaal te benutten beveelt de Gezondheidsraad aan om deze functies stevig te verankeren in netwerken. Meer dan binnen een min of meer trapsgewijs systeem van vaste lijnen, bieden netwerken de mogelijkheid om kennis en expertise snel uit te wisselen, om specialisme in te roepen en om tot een goede balans van het zorgaanbod te komen.
Zorgproducten
Het advies komt voort uit bevindingen van een multidisciplinair samengestelde commissie die op verzoek van de minister heeft gekeken naar de afbakening van de hoog-specialistische ggz. “Het is belangrijk dat er mogelijkheden komen voor samenwerking in netwerken met een duidelijke rol voor de hoog-specialistische functie”, reageert commissielid Ronald Luijk, senior beleidsadviseur Zorg bij Zorgverzekeraars Nederland (ZN). “Voor de financiering van de hoog-specialistische ggz is het van belang dat er zorgproducten voor specifieke doelgroepen gedefinieerd worden. Hetzelfde geldt voor het systematisch monitoren van klinische uitkomsten, patiëntervaringen en kosten.”