Onderzoekers van het NIVEL plaatsen kanttekeningen bij de bekostiging van ketenzorg voor afzonderlijke ziekten. Keten-DBC’s zijn in de Nederlandse situatie overbodig en kunnen het integrale en persoonsgerichte karakter van de eerstelijnszorg onder druk zetten, betogen zij in Medisch Contact.
Betere zorg
Functionele bekostiging, zoals de bekostiging van ketenzorg ook wel wordt aangeduid, moet de samenwerking tussen de betrokken medische disciplines stimuleren. Meer samenwerking betekent betere en goedkopere zorg.
Minister Klink van Volksgezondheid overweegt daarom keten-DBC’s in te voeren voor diabetes, COPD, hartfalen en bij risico op hart- en vaatziekten. Functionele bekostiging houdt in dat de zorg voor bijvoorbeeld diabetespatiënten wordt gefinancierd in aparte DBC’s en dat zorgverzekeraars een contract kunnen sluiten met groepen zorgaanbieders voor de zorgverlening.
Isoleren
Volgens onderzoeker Robert Verheij gaan de plannen van Klink voorbij aan het feit dat de zorg voor de bedoelde patiëntengroepen al goeddeels geïntegreerd is. De meeste patiënten met diabetes, COPD, hartfalen en een risico op hart- en vaatziekten worden in de huisartsenpraktijk behandeld. “Je kunt de zorg voor één ziekte niet zomaar isoleren uit de huisartsenzorg”, aldus Verheij. “Hoe zit het bijvoorbeeld met de financiering als een diabetespatiënt bij de huisarts komt met griep, die mogelijk vraagt om een aanpassing van de diabetesbehandeling? In een land als Duitsland, waar de huisarts een veel zwakkere positie heeft, kan zo’n systeem wel positieve effecten hebben. Het is de vraag of het in Nederland waar de huisarts een belangrijke integrerende rol speelt in de zorg wel zin heeft.”
Fragmentatie
Volgens Verheij dreigen de plannen de zorg voor de individuele patiënt juist te fragmenteren. Bovendien gaan de plannen voorbij aan het feit dat patiënten vaak meerdere aandoeningen hebben.