Het nieuwe bekostigingssysteem voor wijkverpleging laat nog even op zich wachten. De beoogde systeemwijziging van uurtarieven naar doelgroepenbekostiging blijkt complex en vereist meer wetenschappelijk onderzoek. De invoeringsdatum van 1 januari 2020 was ambitieus, maar zorgvuldigheid gaat voor, stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) in een voortgangsrapportage.
De NZa streeft voor de lange termijn naar een integrale bekostiging van diverse vormen wijkzorg. In dit bekostigingsmodel is het uurtarief passé, worden verschillende zorgvormen gebundeld en wordt er over de schotten tussen zorgregelingen heen gewerkt.
Casemix
Vooralsnog is deze volledig integrale bekostiging een brug te ver, maar voor de korte termijn wil de zorgautoriteit al een aantal ambitieuze stappen zetten naar dit eindperspectief. Daarbij richt de NZa zich op een bekostigingsmodel dat gebaseerd is op groepen cliënten met vergelijkbare kenmerken in de wijkverpleging. Het doel is dat in een dergelijk systeem een zorgaanbieder niet meer per uur per cliënt betaald wordt, maar per periode per type cliënt: een casemix-systeem.
Ondanks de verwoede pogingen van de NZa, zorgaanbieders, wijkverpleegkundigen en zorgverzekeraars is de invoering van de nieuwe bekostiging wijkverpleging in januari 2020 niet haalbaar en te ambitieus. Dat meldt NZa-woordvoerder Erik Bloem naar aanleiding van het voortgangsrapport. “Wij gaan zorgvuldig te werk om een gedegen en onderbouwd systeem neer te zetten.” Hij vertelt dat tijd daar ondergeschikt aan is. Voordat er een wijziging in het kostensysteem doorgevoerd kan worden, moet er ook een aanwijzing van de minister van VWS komen. “Die aanwijzing is nog niet aan de orde”, aldus de woordvoerder.
Knelpunten
De NZa wil de huidige bekostiging aanpassen vanwege diverse knelpunten. “De huidige bekostiging stimuleert inzet van uren zorg, zonder dat de behoefte van cliënten centraal staat”, stelt de NZa in haar rapportage. Ook is er een gebrek aan inzicht in de uitkomsten en zorgverlening. Veder is het voor zorgaanbieders moeilijk om systeemfuncties te organiseren, zoals de regionale beschikbaarheid van niet planbare wijkverpleging in de avond, nacht en het weekend.
Bovendien ziet de NZa een toename van niet-gecontracteerde zorg in de wijk. “Deze ontwikkeling zien we als onwenselijk, omdat verzekeraars met aanbieders zonder contract geen afspraken kunnen maken over uitkomsten, juiste zorg op de juiste plaats en coördinatie van de zorgverlening.” De NZa heeft geen signalen ontvangen dat de kwaliteit van de zorg bij niet-gecontracteerde zorg lager ligt dan bij gecontracteerde zorg. “Wel blijkt dat bij de niet-gecontracteerde zorg per cliënt gemiddeld meer uren worden geleverd dan in gecontracteerde zorg. Ook als wordt gecorrigeerd voor verschillen in cliëntgroepen”, aldus de NZa.
Vervolg stappen
Om het nieuwe casemix-systeem in de praktijk te testen, loopt er al een pilot. Cordaan is een van de deelnemende zorgaanbieders. Cordaan-bestuurder Ronald Schmidt is enthousiast over de pilot. “Wij hebben nu gezien dat het werken met een nieuwe bekostiging met vaste maandbedragen per klant het professioneel handelen van onze wijkverpleegkundigen bevordert.”
De eerste pilotresultaten tonen dat er kenmerken zijn die veel invloed hebben op de zorg die wijkverpleegkundigen en verzorgenden bieden aan een cliënt. Dit wordt verder onderzocht en getest met een aantal pilotaanbieders. Ook lopen er diverse wetenschappelijke onderzoeken naar de relevante en beïnvloedbare uitkomsten van wijkverpleegkundige zorg.
Informatieplicht
Daarnaast streeft de NZa ernaar dat de informatieplicht per 1 januari 2020 wordt uitgebreid naar niet-gecontracteerde zorgaanbieders. Dat zou betekenen dat niet-gecontracteerde zorgaanbieders net als gecontracteerde zorgaanbieders verplicht worden om informatie aan te leveren over hun cliëntdoelgroepen. “Zo wordt er een gelijkspeelveld gecreëerd”, aldus de zorgautoriteit.
Door Laura van der Elst
Lees verder: ‘Huidige financiering wijkverpleging zet deur naar misbruik open’