De herinrichting van de geestelijke gezondheidszorg in een basis-ggz en gespecialiseerde ggz geeft aanleiding tot conflicten tussen zorgverzekeraars en aanbieders. Om die reden pleit de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) bij minister Schippers voor een “controleerbare en handhaafbare pakketafbakening”.
“In de ggz is er niet altijd consensus over hoe de zorg ingericht moet worden”, schrijft de NZa in een begeleidende brief bij de recente marktscan ggz. “Dat uit zich in discussies tussen aanbieders en verzekeraars over de verhouding tussen basis-ggz en gespecialiseerde ggz en de vraag wie hoofdbehandelaar mag zijn.” De NZa maakt zich daarom sterk voor de ontwikkeling van veldnormen en richtlijnen voor de inrichting en afbakening van de ggz, evenals een controleerbare en handhaafbare pakketafbakening door het College voor Zorgverzekeringen (CVZ).
Administratieve lasten
De NZa juicht het toe dat zorgverzekeraars steeds scherper inkopen. Ze onderhandelen met aanbieders over de prijs van de zorg, maar ook over de manier waarop de ggz is ingericht. Door dit laatste dreigt nodeloze bureaucratie, constateert de NZa. “Hoewel het goed is als verzekeraars zelf hun accenten leggen bij de zorginkoop, moeten die verschillende visies niet leiden tot al te grote administratieve lasten voor aanbieders”, stelt de NZa.
Verzekeraars kiezen volgens de NZa scherper bij wie ze zorg inkopen. Hiermee lijken de uitgaven aan ggz te dalen. Volgens de eerste voorlopige cijfers is de omzet in de ggz in 2013 3 procent lager dan in 2012. In 2012 bleef de groei van de omzet al beperkt tot 0,7 procent.
Toename
De NZa vindt het opvallend dat het volume bij productgroepen als depressieve stoornissen en angststoornissen sterk is toegenomen. De NZa ziet een duidelijk verband met het verwijderen van aanpassingsstoornissen uit het basispakket. Als gevolg hiervan nam het volume bij andere productgroepen sterk toe, met name aanbieders vaker depressieve stoornissen en angststoornissen opvoerden, die wel onder het basispakket vallen. “Deze verandering hoeft niet per definitie onjuist te zijn”, constateert de NZa. “Een aanpassingsstoornis kan gepaard gaan met een andere stoornis waardoor de keuze van de primaire diagnose niet altijd even gemakkelijk is. Het laat wel zien dat het moeilijk is om alleen op basis van diagnoses het verzekerd pakket af te bakenen.”
Oprekken
De NZa ziet ook aanwijzingen dat aanbieders in de curatieve ggz de duur van de behandeling soms net iets oprekken, zodat zij een hoger tarief kunnen declareren. De NZa heeft daarom in 2014 ingevoerd dat aanbieders op de factuur de werkelijke bestede tijd moeten aangeven, zodat verzekeraars hierop beter kunnen controleren. De NZa houdt ook in 2014 verscherpt toezicht op de ggz.