Een aantal overheidsinstanties in de gezondheidszorg presteert erg slecht. Brenninkmeijer spreekt zijn ‘grote bezorgdheid’ over Volksgezondheid uit. De uitvoering van de zorgverzekeringswet is op politiek niveau ‘op een niet verantwoorde wijze verwaarloosd’. Dit meldt het NRC.
Onbevredigende prestaties
In het jaarverslag over 2010 noemt de Nationale Ombudsman Alex Brenninkmeijer zijn ervaringen met het ministerie van Volksgezondheid ‘onbevredigend’. Meerdere uitvoeringsorganisaties van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport presteren´significant slechter´ dan van andere overheden.
Falend CVZ
De scherpste kritiek richt zich op de heffing van zorgbijdragen van Nederlanders in het buitenland en de wanbetalersregeling. Het College voor de Zorgverzekering (CVZ), de instantie die de wet moet uitvoeren, voldoet hier niet ‘aan de in redelijkheid aan de overheid te stellen eisen. Dit wijst op een structureel probleem in de uitvoering, waar veel te traag verbetering in komt’, volgens de ombudsman.
Het CVZ was volgens Brenninkmeijer niet op zijn taak berekend. Zo was het CVZ onvoldoende ‘georiënteerd’ op de belangen van burgers die de drastische gevolgen van deze wet ondergingen. Achteraf was het CVZ ‘niet of nauwelijks in staat om in de spiegel te kijken en zich de vraag te stellen ‘hoe zou ik behandeld willen worden’. De burger, vooral oudere Nederlanders in het buitenland, kregen te maken met trage, onjuiste en soms verwarrende afrekeningen. Het CVZ was niet in staat om de vele vragen en klachten op te vangen die er het gevolg van waren. De afhandeling van de klachten van deze ´kwetsbare mensen´ noemt de ombudsman `procedureel en technocratisch’ en dat moet volgens hem worden opgevat als ‘ernstige kritiek’.
Ook heeft het VVZ invordering van zorgpremies van verplicht verzekerden in Nederlanden slecht uitgevoerd. Ten onrechte ingevorderde bedragen werden soms pas na vijftien weken terug betaald. Het CVA controleerde niet of de opgave van de zorgverzekeraars van de wanbetalers wel klopte.
IGZ en CIZ ook zwak
Brenninkmeijer noemt ook de Inspectie voor de Gezondheidszorg en het Centrum indicatiestelling zorg (CIZ) als zwakke broeders. Bij het CAK en het CIZ zou inmiddels een keerpunt zijn bereikt. Maar de Inspectie voor de gezondheidszorg is volgens hem nog steeds een probleem. Die inspectie heeft een´te abstracte taak en taakopvatting, die voor burgers moeilijk te begrijpen is´. (Bron: NRC)