De zelfbindingsregeling is in 2008 spaarzaam toegepast. Dat concludeert de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) in het ‘Verslag van bevindingen met het instrument Zelfbinding’.
Praktijkervaringen zijn veelbelovend
In totaal zijn er in 2008 achttien zelfbindingsverklaringen bij de IGZ binnen gekomen. Patiënten leggen hierin bindende afspraken met hun psychiater vastn over hoe ze behandeld willen worden op het moment dat het slecht met ze gaat. De bij IGZ binnengekomen zelfbindingsverklaringen voldoen nog niet allemaal geheel aan de wettelijke en inhoudelijke vereisten, maar de IGZ verwacht dat dit zal verbeteren. VWS moet zorg dragen voor een betere informatievoorziening. De regeling moet echter wel eenvoudiger, dan zal ook het aantal verklaringen toenemen. De zelfbindingsverklaringen zijn tijdrovend en de omslachtige procedure doet cliënten en psychiaters vermoeden dat de verklaring te laat geregistreerd zal zijn om de zelfbindingsafspraken na te komen. In het algemeen zijn patiënten en psychiaters tevreden over de nieuwe regeling van de Wet Bopz. Cliënten ervaren meer autonomie, regie, vertrouwen in de zorg en verantwoordelijkheid. Daarnaast kan ernstige ontregeling en schade bij de cliënt voorkomen worden.
Concrete invulling zelfbindingsregeling
De zelfbindingsregeling is per 1 januari 2008 in werking gesteld. Op basis van de zelfbindingsverklaring kan een rechter een zelfbindingsmachting verlenen. Het is dan mogelijk om dwang toe te passen op de manier die de patiënt heeft laten vastleggen.