De rechtbank in Den Haag heeft het verzoek van Revalidatie Nederland om via een voorlopige voorziening een door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) opgelegde tariefkorting op te schorten afgewezen. Revalidatie Nederland is teleurgesteld, maar houdt vast aan de bezwaren tegen de maatregel.
Cassatie
Met de tariefkorting van in totaal 314 miljoen euro wil minister Schippers de budgetoverschrijding in de ziekenhuissector terughalen. Na het nodige juridische gesteggel kreeg Schippers eind vorig jaar groen licht van de rechter. Dit neemt niet weg dat er nog verschillende bezwaarprocedures lopen. Allereerst hebben de NVZ vereniging van ziekenhuizen en Revalidatie Nederland bezwaar aangetekend bij de NZa. Daarnaast zijn beide partijen bij de Hoge Raad in cassatie gegaan tegen het gerechtelijke besluit van eind vorig jaar.
Teleurstelling
Omdat beide procedures nog lopen, terwijl de revalidatiecentra wel al sinds januari te maken hebben met de tariefkorting, deed Revalidatie Nederland ook nog een verzoek tot een voorlopige voorziening. Dat is nu door de rechter afgewezen. Voor een inhoudelijke motivatie van het oordeel moet Revalidatie Nederland nog twee weken wachten. Woordvoerster Karin van Londen laat weten dat Revalidatie Nederland “teleurgesteld” is: “Maar deze uitspraak zegt nog helemaal niets over de afloop van de verdere procedures.”
Principieel
De NVZ en Revalidatie Nederland denken nog steeds een principieel punt te hebben, aangezien de korting volgens hen nog steeds niet onderbouwd is en de oorzaken ervan niet zijn onderzocht. De ziekenhuizen vinden het onrechtvaardig dat zij de gevolgen moeten dragen van het macrobudgetteringsbeleid van de overheid, terwijl zij slechts de door zorgverzekeraars gecontracteerde zorg hebben geleverd. De NVZ onderstreept daarbij dat ziekenhuizen – in tegenstelling tot zorgverzekeraars – het totaal van de geleverde zorg niet kunnen monitoren, en dat vanwege het mededingingsbeleid ook niet mogen.
Aparte categorie
Revalidatie Nederland heeft als aanvullend argument dat de revalidatiecentra als aparte categorie instellingen geen enkele bijdrage hebben geleverd aan de overschrijding. Met een gemiddelde groei van nog geen 2,5 procent in 2009 is de sector ruim onder het toegestane groeipercentage van 3,1 procent gebleven.
