Het RIVM stapt uit de commissie die internationaal adviseert over het meten van teer en nicotine in sigaretten en sigaren. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) vindt de invloed van de tabaksindustrie binnen de commissie te groot, waardoor er te weinig aandacht is voor het beschermen van de volksgezondheid. Ook de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) is om dezelfde reden uit de commissie gestapt.
Het RIVM wijst erop dat er ook andere manieren zijn om de schadelijke stoffen in tabak te meten. En nu dat kan, is deze stap het beste, zegt Annemiek van Bolhuis, directeur Volksgezondheid en Zorg van het RIVM. “Het is een optelsom. We hebben geprobeerd om als lid in de commissies de volksgezondheid te dienen, maar de dominantie van de industrie was daarvoor te groot.”
Het RIVM werd zes jaar geleden lid van de werkgroep tabak, net als de NVWA en een achttal afgevaardigden van de tabaksindustrie. Staatssecretaris Paul Blokhuis (Volksgezondheid) vindt het mooi dat het RIVM op dit gebied de banden met de tabaksindustrie heeft verbroken. “Het voelde op z’n minst ongemakkelijk dat de tabaksindustrie prominent meepraat over de manier waarop we de hoeveelheid rommel in sigaretten meten. Dat betekent hoe dan ook dat er meerdere belangen tegelijkertijd spelen. En ik wil dat er maar één belang speelt: de gezondheid van alle Nederlanders.”
Klokkenluiders
In een advertentie in het Financieele Dagblad roept advocatenkantoor Ficq & Partners “gewetensvolle klokkenluiders uit de tabaksindustrie” op zich te melden. Advocate Bénédicte Ficq wil deze getuigenissen inbrengen in een procedure bij het gerechtshof. Ficq deed eerder aangifte tegen de tabaksindustrie omdat die de consument willens en wetens zou vergiftigen. Een groot aantal organisaties, onder meer kinderartsen, medische centra en gynaecologen, sloot zich bij de aangifte aan. Het Openbaar Ministerie (OM) zag in februari geen mogelijkheden voor vervolging. Ficq wil bij het gerechtshof in Den Haag alsnog vervolging afdwingen. (ANP)