Overschrijding van de Balkenende-norm mag voor gemeenten geen reden zijn om gesubsidieerde instellingen te korten. Dat stelt de Raad van State in een recente uitspraak in een zaak tussen de gemeente Eindhoven en de aanbieder van verslavingszorg Novadic-Kentron.
Volgens de Raad van State kan een gemeente wel extra voorwaarden opleggen aan subsidieverlening mits deze gericht zijn op het doel van de subsidie. In Eindhoven was de subsidie gericht op het verlenen van verslavingszorg. Volgens de Raad van State is er geen relatie tussen het leveren van verslavingszorg en de hoogte van de bestuurderssalarissen en kent de subsidiekorting derhalve geen bestuursrechtelijke grondslag.
Door de subsidie afhankelijk te maken van de salariëring bedrijft de gemeente volgens de Raad van State inkomenspolitiek en dat is geen taak van gemeenten. De Raad van State volgt met haar uitspraak in hoger beroep het eerdere oordeel van de rechtbank in Den Bosch.
De gemeenten Eindhoven weigerde Novadic-Kentron in 2010 en 2011 een deel van de 2,1 miljoen euro tellende subsidie. De gemeente vond het geen pas hebben om ongelimiteerd gemeenschapsgeld in een instelling te steken waarvan de bestuurders meer verdienden dan de Balkenende-norm. Bestuurders Krijn in ’t Veld en Roel Hermanides verdienden respectievelijk 237 duizend euro en 219 duizend euro.